Zo zijn er kreeften die in de zee leven, in zout water dus. Maar er zijn ook kreeften die in zoet rivierwater leven. Kreeften horen net zoals insecten en spinnen tot de geleedpotigen. Kenmerkend voor de kreeften zijn dat ze 5 paar poten hebben, in totaal dus 10 poten. Vier paar om mee te lopen en het voorste paar is omgevormd tot grote scharen. Met die sterke scharen kan hij zijn voedsel, zoals mossels, kraken en opeten. Onder de poten en het pantser zitten zijn kieuwen waarmee hij zuurstof uit het water haalt. Wanneer de kreeft loopt heeft hij meer zuurstof nodig dan wanneer hij niet beweegt. Dat komt mooi uit want de kieuwen bewegen met het lopen mee en kunnen daardoor ook meer zuurstof uit het water halen.. Met zijn ogen op steeltjes kan de kreeft niet heel goed zien. Maar een kreeft heeft ook weinig aan ogen want hij leeft in het donker op de bodem. Daarom gebruikt de kreeft zijn lange antennes en zijn uitstekende reukvermogen om de weg te vinden. Vijanden van kreeften zijn voornamelijk vissen en andere kreeften, ze staan namelijk bekend om hun kannibalisme waarbij grotere kreeften kleinere aanvallen.