Zo, even wat drinken.
Ik ook Arjan, ik heb dorst.
Een beetje voor Pino, Tommie. Verkoop ze hé.
Tommie, Pino, 50 cent.
En Peetje, veel plezier met de vaas.
Oh dankjewel hoor en jullie heel veel succes met de verkoop. Dag Peetje.
Dag schatjes.
Goed Pino. Spulletjes te koop! Hé Buurman, wilt u spulletjes kopen?
Spulletjes kopen? Wat verkoop je dan?
Allemaal oude spullen, Sien heeft de zolder opgeruimd.
En alles op dit kleed is te koop buurman.
En het is niet duur.
Het is allemaal natuurlijk oude meuk hé. Oude troep eigenlijk, dat is het. Wacht eens even, die beker, ik heb toevallig mijn beker stuk laten vallen dus deze kan ik eigenlijk mooi gebruiken. Daar boffen jullie dan weer mooi mee hé? En ik ook want er zit nog limonade in zelfs. Wat moet hij kosten?
Nee buurman, dat is mijn beker en die is niet te koop.
Je zei alles wat op dit kleed staat is te koop en de beker stond op het kleed.
Maar ik wil mijn eigen beker niet verkopen.
Dat had je dan maar eerder moeten bedenken hé. Nu ben ik hem al aan het kopen. Wat moet hij kosten of is hij soms gratis?
Gratis? Hij kost een miljoen euro!
Een miljoen euro? Een beker kost toch geen miljoen euro?
Nou, deze wel.
Wat is dat voor belachelijk bedrag, 1 miljoen euro.
Buurman, als je het niet kan betalen mag je de beker niet kopen. Teruggeven.
1 Miljoen euro, dat heb ik natuurlijk niet.
Geef dan maar terug die beker, geef terug.
Nou, dan geef ik hem wel terug. 1 miljoen euro, stelletje afzetters.
Pino, wat goed zeg. 1 Miljoen euro.
Tommie, heel voorzichtig mee zijn hé?
Echt wel!
Spulletjes te koop! Spulletjes te koop!