Amsterdam is één van de grootste steden van ons land. Met moderne woonhuizen, kantoren en wegen. Maar in het Centrum pronkt nog steeds de oude historische binnenstad, een stad gebouwd op palen in een drassig moeras. Een hoogstandje uit de Gouden Eeuw.
Het was aanvankelijk het idee om de grachtengordel in één keer helemaal rondom te leggen, maar dat bleek te hoog gegrepen en toen zijn ze hier gestopt waar nu de Leidse Gracht ligt. En in 1613 zijn ze hier eigenlijk opgehouden en in 1663, dus een jaar of 50 later, toen zijn ze daar verdergegaan.
Een beetje als zo’n nieuwbouwwijk die niet voltooid wordt?
Ja, zo is het ook wel omschreven als een heel saai, een beetje Vinexachtig deel van Amster-dam.
De grachtengordel werd niet aangelegd op een leeg polderlandschap, maar…?
Je had hier een stadswal en daarbuiten lag een gebied met allerlei huisjes en, ja, misschien een wat krottenwijkachtige sfeer.
Amsterdam is in die tijd de snelst groeiende metropool van de wereld, die als geheel op de tekentafel is ontworpen. Drie halve cirkels, daarlangs rechthoekige blokken. Orde, schoon-heid. Het is een schoonheid die 4 eeuwen later altijd nog een onweerstaanbare aantrekkings-kracht blijkt uit te oefenen, zowel op toeristen als op bewoners. Waar zit ‘m dat in?
En wat is er nou zo bijzonder aan Amsterdam? Amsterdam heeft natuurlijk het buitengewone voordeel dat het een Middeleeuwse kern heeft en die ziet er zo uit. En dat ziet er al heel orga-nisch uit, het is bijna de doorsnede van een deel van het menselijk lichaam denk ik wel eens. En als je dan aan de buitenkant daar een min of meer parallelle structuur omheen legt, dan krijg je automatisch knikken. En dat betekent dat elke ruimte van zo’n gracht op het punt van die knik weer een soort beëindiging is, een soort beslotenheid krijgt. Je kijkt niet zoals in Parijs bijvoorbeeld over die moderne Boulevard van Hausmann, je kijkt niet kilometers, kilometers door, nee, de grootste maat die je kunt pakken is misschien 500 meter, en dan sluit het perspectief zich weer. En dat betekent, dat je op een hele prettige manier van punt naar punt loopt en dat je nooit het gevoel hebt dat je op een soort eindeloze rechte baan loopt.
Dus om de 500 meter is er weer een verrassing ingebouwd?
Ja, is er weer een nieuw gezicht.
Daar zie je een knik en die sluit dus echt die ruimte af en die rondvaartboot, die verdwijnt om de hoek van die ruimte. En pas als we daar zijn, dan kijken we die volgende ruimte in.
Er zijn drie maten, dus de maat van het individuele huis, het is de maat van bruggenhoofd naar bruggenhoofd en dan is er de maat van de knik. Nou, dat is de magie in mijn ogen van het weefsel van de grachtengordel van Amsterdam.