Mensen in Oost-Groningen. Ze vinden dat ze in het verdomhoekje van ons land wonen. Op buitenstaanders maken ze de indruk gebrek aan zelfvertrouwen te hebben. Bovendien heeft de regio waarin ze wonen sinds kort het etiket ‘erkent probleemgebied’ opgeplakt gekregen.Heel Oost-Groningen kampt in de jaren 70 en 80 met grote werkeloosheid. En de toekomst voor de jongeren is onzeker. Hoe krijg je Groningen weer vooruit? Er worden verschillende werkgelegenheidsprojecten opgezet. Soms te ambitieus en soms te rigoureus. Maar of het de Groningers echt aan werk helpt?..
Ik ga nu naar Delfzijl. De Nederlandse regering is al sinds de jaren 50 bezig met Delfzijl maken tot een bloeiende havenstad met moderne industrie en veel flats voor de hardwerkende arbeiders en hun gezinnen. Het havenstadje Delfzijl, aan de monding van de Eems moet vooruit. Mee in de vaart der volkeren. Meneer Nijburg. Goedemorgen! In uw Delfzijl. Op een bijzondere plek toch wel hier? Ja, zeker. Dit hier, had hét Europort gebied van Noord-Nederland moeten worden. Ja, zo was het de bedoeling. En zodanig dat hier ja een stad zou ontstaan van zegmaar 150.000 inwoners. Dat was toen de prognose. Ja, flinke plannen. U lacht erom. Ja, nou ja, eigenlijk.. het plan werd mij voorgeschoteld. Ja en dan zie je toch in de loop der tijd dat er toch wel heel veel dingen eigenlijk ja niet lukten. Paul Nijburg regelt namens het Havenschap de geschikte grond rond Delfzijl om de uitbereidingsplannen mogelijk te maken. En, daar is heel veel grond voor nodig. In deze uithoek van het land, gonst het ineens van bedrijvigheid. Zet m erbovenop! Er ontstaat een industriegebied waarvan Delfzijl het hart en de haven zal zijn. De plannen voor Delfzijl waren enorm hè? De ambities stegen tot grote hoogte. Waarom eigenlijk Delfzijl? Was dat ook mede omdat er hier ruimte was, speelde dat mee? Ja, er was ook ruimte. Toch? Ja er werd ook ruimte gecreëerd daarvoor natuurlijk hè. Ja, dat is waar. Nou ja dat ook. Ja er werd ruimte gecreëerd omdat men dacht: nou wacht eens even… De ideeën waren toen zodanig dat er nogal wat industrie op zou afkomen. En daar kwam u in beeld hè? Want dit is even een kaart… die kaarten zeggen ook eigenlijk alles ook wel. Dit is 1969. Daar is dus een lijn op de kaart gezet. Het hele oostelijke deel van Delfzijl werd ineens industrieterrein. Ja. Ik heb ook nog een kaart van 1971.. even.. twee jaar later maar hè. Ja en dan kun je zien. En dan zie je hoeveel er gebeurd is. Ten eerste: Akzo is al uitgebreid met de sodafabriek. En in die twee jaar is de haven uitgebreid met een derde haven helemaal. Dus het was Hosanna in die tijd. Bij de plannen voor het nieuwe industriegebied, moet alles wijken. En dit heeft grote gevolgen voor de omliggende dorpen. Oterdum, Heveskes en Weiwerd worden met de grond gelijkgemaakt. Het was waar de mensen woonden en waar ook hun verleden was zegmaar en dat moest allemaal weg. En dat ging meestal niet echt op een menselijke manier. Er was maar één optie: die dorpen en alles wat er was, zo snel mogelijk weg. Want de industrie die klopte aan de deur. En dat was belangrijker dan de mensen en de woningen.
Extra pijnlijk voor Oterdum, Heveskes en Weiwerd.. er komen juist veel minder bedrijven dan verwacht. Zelfs de nieuwe Eemshaven blijft lange tijd net zo leeg als bij de oplevering. De haven ligt nu al enige tijd gereed, maar dat heeft er helaas nog niet toe geleid dat er industriële projecten op gang zijn gekomen. Je hoopt dan dat het ook echt gevuld wordt, met industrie. Maar dat is niet helemaal gelukt. Nee. Dat is misschien wel een understatement. Ja misschien. Het is het drama van Delfzijl. En van de Eemshaven. Jarenlang blijven de bedrijven weg. En de nieuwgebouwde flats, staan lange tijd leeg. Delfzijl komt de klap decennialang niet meer te boven. Een ander banenplan wordt uit de kast getrokken. De spreiding der rijksdiensten. De PTT, dan nog staatsbedrijf, wordt naar Groningen verplaatst om de dienstensector te versterken. Maar die ambtenaren, willen die wel naar Groningen toe? De dreigende onvrede in het noorden, moet kennelijk gedempt worden door het daar ‘dumpen’ van een aantal PTT’ers. Nooit! We zijn geen koeien! Ja voor een hoop mensen viel dat rauw op hun dak. Die wilden echt niet. Verschillende stakingen geweest op het Binnenhof. Heel veel discussies gehad ook. Maar ik had altijd zoiets van: het is wennen, maar we hebben er geen spijt van. Ondanks de hevige protesten van de werknemers, drukt de regering de verhuizing van het hoofdkantoor door. Maar aan alles is te merken dat ook de directie van de PTT er totaal niet blij mee is.Ik weet nog goed, ik denk dat het in 2000 was. Dat de Raad van Bestuur een presentatie gaf van: We stoppen ermee, daar komt het eigenlijk op neer. De directie gaat weer terug naar Den haag. Toen had ik een week lang: toen wilde ik die vlag niet meer zien. Ik was niet meer trots op mijn bedrijf. Dus als je nou naar de gedachtengang kijkt van de spreiding der rijksdiensten. En ook de topfuncties, dan denk ik niet dat het heeft opgeleverd wat men vermoed had. En dan druk ik me bescheiden uit denk ik. Nee, ook de verhuizing van de PTT en andere overheidsdiensten naar Groningen, hebben niet de boost gegeven waar de regering zo op gehoopt heeft. Of waar de Groningers zelf op gerekend hebben. De afstand tussen de provincie en Den Haag, wordt er zo niet kleiner door. Professor Molema. Goedemorgen. Welkom. Goed je te ontmoeten. Ik heb toch wel een beetje behoefte op deze plek, zo midden in Groningen, om even met vogelperspectief naar de provincie te kijken. We zagen heel wat initiatieven van het rijk om hier grote projecten op te zetten en toch lijken dat soort grote rijksprojecten en gedachten dan weer jammerlijk te mislukken. Ja en daar is een soort psychologisch effect van de jaren 50 en 60. Iedereen zat in de vooruitgangsgedachte. En ook hier in Groningen dacht men: het wordt alleen maar beter. We worden steeds welvarender. En we worden net zo welvarend als in de rest van het land. Die eindtoestand is nooit bereikt, die men in de jaren 50 en 60 heeft geschetst. Dat heeft voor teleurstelling gezorgd. En die regionale politici hebben dat ook wel versterkt. Om een soort strategie om ook weer extra gelden hiernaartoe te trekken. Maar daar krijg je een vrij negatieve beeldvorming van. Maar waarom klopt dat beeld niet dan? Nou in de jaren 50 en 60, ook nog in de jaren 70, was de Rijksoverheid heel erg begaan met het gebied. Maar aan het einde van de 20e eeuw veranderde de politiek. Was het meer: regio’s op eigen kracht. Ging de aandacht ook veel meer naar de gebieden in Nederland die internationaal gezien het grote geld moest verdiend gaan worden. En in die periode.. de jaren 90, de jaren 0 is dat gevoel ontstaan hier. Van wij tellen niet meer mee in het toekomstverhaal van Nederland. En in Ter Apel, in het zuiden van de provincie, wordt dan toch ineens een groot werkgelegenheidsplan gerealiseerd. Is daar dan toch die welvaart, waar Groningen zo op hoopt? Er is besloten dat hier een COA kwam. Een asielzoekerscentrum. En een gevangenis. Iedereen blij en toen kon de vlag uit. Want Ter Apel had weer werk. Ja, want nu wordt erover gemopperd… Ja. Maar toen was het goed nieuws. Toen was het goed nieuws ja. Het was een grote goed nieuwsshow. En dat hadden we ook nodig hier hoor. Wat nu nog een opslagdepot voor legermaterieel is, moet een opvangkamp voor asielzoekers worden. De vlag ging uit bij de komst van het COA in de jaren 90. En er zijn sindsdien alleen maar banen bijgekomen. Veel Ter Apelaars zullen het ook wel met mij eens zijn dat we ook veel overlast daardoor hebben gekregen. Die niet al te gewenst is. En dan druk ik me nog denk ik heel fatsoenlijk uit. Maar wat weegt zwaarder? Nou ja, werk. Banen of… Ja ik denk de banen. Toch wel? Zeker. Ja, maar aan die overlast, daar wordt niks aan gedaan en daar zit het probleem. En daar moeten ze wat aan doen. Den Haag heeft wel degelijk van alles gedaan om Groningen vooruit te helpen. Maar dan vaak met plannen die de rest van Nederland goed uitkomen. En als er dan problemen ontstaan, overlast, of aardbevingen.. Dan blijft het stil. Dan is Den Haag ineens weer heel ver weg en moet de Groninger heel hard schreeuwen om gehoord te worden.