Er zijn veel verschillende sporten die je op ijs kunt beoefenen. Denk maar eens aan kunstschaatsen. Maar heb je ooit van curling gehoord? Curling wordt op een speciale ijsbaan gespeeld. De bedoeling is om de curlingsteen te laten glijden over de baan, zodat deze zo dicht mogelijk bij het midden van de cirkel op de baan terecht komt. Om de steen vaart te geven, maak je een sliding. Je draagt hierbij schoenen met speciale zolen. De ene zool is ruw, de ander glad. Met de ruwe zool kun je jezelf beter afzetten op de hack. Zo heet het blokje waar je je tegen afzet. Op de gladde zool glijd je verder, waardoor je snelheid maakt. Tijdens het gooien houd je de bezem vast om je evenwicht te bewaren. Andere spelers wrijven heel hard met hun bezem over het ijs, om zo de bovenste ijsdruppeltjes te laten smelten. Daardoor komt er een heel dun laagje water op het ijs te liggen waardoor de curlingsteen iets harder over het ijs glijdt. Door de steen een klein beetje te laten draaien tijdens het gooien, kun je de hem een bocht, ‘curl’ in het Engels, laten maken. Nu weet je gelijk waar de naam ‘curling’ vandaan komt.