Dit is Christiaan Huygens. Hij was een heel beroemde geleerde. Christiaan snuffelde niet alleen maar door boeken, maar hij vond van alles uit en zette dat dan ook zelf in elkaar. Op tweede kerstdag 1656 maakt Christiaan zijn beroemdste uitvinding af: de slingerklok. Voor die tijd zijn er andere klokken, maar die zijn lang niet zo nauwkeurig. Ze lopen rustig een kwartiertje voor of achter. Dat is natuurlijk niet zo handig… Kijk, zo ziet de klok van Christiaan eruit. Christiaan tekent de klok eerst heel precies in een van zijn beroemde boeken. Later laat hij hem bijna precies zo namaken door de beste klokkenmaker van de Franse koning. Christiaan weet dat de slinger er iedere keer even lang over doet om van de ene naar de andere kant te slingeren. Hij moet er voor zorgen dat de klok gaat tikken op de maat van de slinger. Want dan zal de klok goed blijven lopen. Na veel nadenken krijgt hij het voor elkaar. Maar hoe zorg je er nou voor dat de slinger blijft bewegen? In die tijd zijn er nog geen batterijen of stopcontacten, dus het moet anders. In de slingerklok wordt er een gewicht opgehangen. De druk van het gewicht zorgt ervoor dat de radartjes van de klok blijven draaien. Met dit in zijn achterhoofd vindt Christiaan een paar jaar later het allereerste zakhorloge uit.