Ja het is 1642 Als een 13-jarig jongetje zich hier op deze plek afvraagt hoe het komt dat als je een steentje zo gooit, dat die dan over het water heen stuitert. En hij vraagt zich ook af hoe het kan dat als je een steen of iets anders in het water gooit, hoe het dan kan dat je van die kringen ziet verschijnen. Deze jongen bezit dan al een van de belangrijkste eigenschappen die een toekomstige uitvinder moet hebben. Hij stelt vragen. Het water is van de gracht rondom het buitenhuis van de familie, waar de jongen tot aan zijn dood regelmatig zou komen, het huis Hofwijck in Voorburg. Hij is de tweede zoon van Suzanna van Baerle en Constantijn Huygens en hijzelf, Christiaan Huygens weet dan nog niet dat hij een aantal jaren later een van de beroemdste uitvinders ter wereld zou worden. Zijn vader is een belangrijk man die veel contact heeft in de politiek en voor de prinsen van Oranje werkt. Zo komt hij dan in contact met beroemde wetenschappers die hem leren om net als dus eigenlijk met die steentjes in het water goed over de dingen na te denken. Hij vraagt zich steeds weer af hoe iets eigenlijk gebeurt. Hij onderzoekt en experimenteert en dat lijkt nu allemaal heel logisch. Maar voor die tijd was dat heel vernieuwend, want tot dan toe luisterde ja eigenlijk alleen maar naar de ideeën van de kerk en de adel. Dus zelf nadenken en wetenschappelijk bewijs vinden voor iets dat gebeurt is toch nergens goed voor? Hier zie je trouwens een paar uitvindingen waar hij zich mee bezig hield. Deze bijvoorbeeld: de telescoop om naar de sterren te kijken en ook heel vet de toverlantaarn. Kijk, het is een soort oude beamer. Schommelt je rijtuig te veel? Christiaan heeft de oplossing en dacht je dat de eerste verbrandingsmotoren uit de tijd van de eerste auto's komen? Dan heb je het mis. Christiaan bedacht namelijk 200 jaar eerder al zoiets. Een motor die niet rijdt op benzine, maar op buskruit. Het is misschien maar goed dat ie dat nooit in t echt gebouwd heeft. De bekendste uitvinding van Christiaan Huygens is een goed werkende klok, een klok met een slinger. Die zie je daarachter en gewichtjes en de slinger beweegt constant in hetzelfde tempo heen en weer. En die maakte die voor in huis, maar ook voor grote kerkklokken. Het is de eerste klok die niet voor loopt, niet achter loopt, maar die echt een tijd loopt. Eeuwenlang bestaat er geen nauwkeurigere klok dan Christiaans slingerklok. En sterker nog, we gebruiken ook nu nog steeds. Eén van de wetenschappen waar Christiaan Huygens enorm in geïnteresseerd is, is de sterrenkunde. Al eeuwenlang probeerden geleerden om het zonnestelsel in kaart te brengen. Hoe draait de aarde om de zon? Wat zijn al die lichtjes die je s nachts ziet? Christiaan maakt dit mechanische apparaat, waarmee die laat zien hoe de planeten zich volgens hem bewegen. Huygens is helemaal gek van sterren en planeten. En dat komt goed uit, want de telescoop is net uitgevonden. Niet door hem zelf trouwens, maar door de Nederlander Hans Lippershey. En omdat Christiaan de lenzen die dan te koop zijn niet goed genoeg vindt, maakt ie z'n eigen lenzen. Samen met z'n broer maakt hij de allereerste lenzen-slijpmachine. Met heel fijn zand moet je urenlang over het glas wrijven totdat het de juiste bolling krijgt. De bolling in het glas zorgt dan voor een vergroting en in die tijd waren ze over het algemeen nogal wazig. Maar dankzij de lenzen slijpmachine waren de lenzen van Christiaan een stuk scherper. De telescopen worden steeds langer. Ook die van Christiaan Huygens. Want hoe langer de telescoop, hoe meer die vergroot en hoe beter dus naar de sterren kunt kijken. 1 2 3 4 5. Deze telescoop is een 5 meter lang en vergroot maar liefst 50 keer. Dus dan zie je de maan niet zo, maar zo. De mensen in de zeventiende eeuw willen verder de ruimte in kijken en dus worden de telescopen langer en langer. Sommige niet vijf, zoals deze, niet tien meter, maar wel 15 meter lang. Op een gegeven worden ze te lang en te zwaar, waardoor ze doorbuigen. En dus bedenkt Christiaan Huygens de allereerste buisloze telescoop ooit. Ja en zo ziet die telescoop er dan uit: een lens hierboven aan deze kant en dan... Nou ja, ongeveer 20 meter verderop ook weer een lens en daartussen zit dan een draad. En omdat er dus geen buis tussen zit kan heel niet doorbuigen, maar heel even kijken want... Even kijken hoor. Ja dit had ik dus al verwacht. Omdat dit dus twee losse delen zijn, is het nog best wel ingewikkeld zeg maar om de goeie positie te vinden om erdoorheen te kijken. Dus ik zou die altijd nog heel even moeten oefenen. Maar Christiaan die tuurde zo dus avonden avond naar de sterren en planeten. Zo ontdekte hij dingen die nog nooit iemand eerder heeft gezien. Als Chris in 1655 door een telescoop tuurt, dan zie je die als eerste mens op de aarde dat de planeet Saturnus een maan heeft. Maar ja, wat is er toch met die planeet zelf aan de hand? Wat hangt er toch omheen? Ja, zelfs met zijn nieuwe telescoop is het moeilijk om te zien. En heel veel geleerden proberen om het te verklaren. Sommigen die beschrijven t als een soort van rondjes die om de planeten heen zitten, anderen weer als oortjes. En eigenlijk is Christiaan de eerste die begrijpt dat er een platte ring om de planeet heen zit en hij maakte tekeningen van hoe die denkt dat ie eruit moet zien. Deze bijvoorbeeld. Hier zie je het ook. Kijk hier zie je m beter. En nu weten we dat wat hij toen zag en bedacht dat dat dus helemaal klopt, want dit is inderdaad hoe Saturnus eruitziet. Dus ja, toch wel knap eigenlijk zonder het echt goed te kunnen zien, kon hij het toch al bedenken. Maar Huygens ging in zijn gedachten nog verder in het heelal in. Hij was nieuwsgierig naar plekken die ie niet kon zien. Want wat zou daar zijn? Andere rare ringen om planeten? Of misschien wel buitenaards leven? Die gedachten schrijft die allemaal op in dit boekje: 'Kosmo theoros'. Het is een spannende reis door de ruimte en hierin vraagt hij zich dus af of er leven is op andere planeten. Sciencefiction? Misschien. Maar wie weet heeft die hierin ook weer gelijk in en hebben wij het alleen nog niet kunnen bewijzen. Ja, Christiaan werd zo'n grote uitvinder omdat hij nieuwsgierig was, dus omdat die zich dingen afvroeg en er dan zelf over na ging denken. Dus ja, wil jij nu ook iets bijzonders ontdekken of uitvinden? Wees dan een beetje zoals Huygens en blijf vragen stellen.