Charles Darwin was een heel beroemde wetenschapper die in het jaar 1809 geboren werd in Engeland. Toen hij 22 jaar oud was, ging hij op reis met een groot schip dat de Beagle heette. Vijf jaar lang voer Darwin over de wereld en deed hij onderzoek naar de natuur. Hij ontdekte tijdens zijn reis dieren en planten die hij nog nooit eerder had gezien. Veel van deze planten en dieren bracht hij aan boord om mee terug te nemen naar Engeland. In veel musea staan nog opgezette dieren of tekeningen van Darwin. Darwin zag ook hoe dieren aangepast zijn aan hun leefomgeving. Zo zag hij, dat de vinken op het ene eiland een andere snavelvorm hebben dan de vinken op een ander eiland. Hoe kan dat nu? Darwin ontdekt, dat de vinken op het ene eiland alleen maar planten en zaden eten. Deze vogels hebben een grote sterkere snavel, zo kunnen ze makkelijk zaden oppakken. Op het andere eiland komen veel insecten voor. De vinken op dit eiland eten die beestjes. Hier zijn de vinken dus insecteneters, ze hebben daarom puntige snavels. Zo kunnen ze gemakkelijk in kleine openingen peuteren zoals tussen rotsen. De vogel is dus aangepast aan het voedsel dat hij eet.
Na vijf jaar reizen kwam Darwin terug in Engeland. Hij schreef al zijn ontdekkingen op in een boek en dat boek is heel bekend geworden. Er wordt nog steeds veel over gepraat door wetenschappers.
Met materiaal uit: Beagle - In het kielzog van Darwin.