In een weiland niet ver weg staat een kudde koeien rustig te grazen. Een van de koeien is anders dan de rest. Blauwe koe staat te dromen. Ze droomt over de grote wereld buiten haar vertrouwde weitje.
Op een dag voelt Blauwe Koe zich eenzaam.Hoe zou het zijn om geknuffeld te worden? Vraagt ze zich af. “Daar gaat ze weer”, zeggen de andere koeien.
Blauwe koe stapt op de bus naast haar weiland. “Een kaartje naar een plek waar ik kan knuffelen alstublieft” “Alstublieft mevrouw – houdt u zich goed vast.” Daar gaan ze, naar de Zuidpool
Ze komen aan.
Blauwe Koe ziet alleen maar ijs en de wind is koud. “Boe, dit lijkt me niet echt een knuffelige plek!” Ze probeert over het ijs te lopen maar “boe!” Haar hoeven glijden weg en ze glijdt en glijdt totdat. Boem! Ze botst op iets zachts en donzigs. Een groep baby-pinguins. De kleintjes slippen weg over het ijs. “Moet je nou eens kijken wat je doet met die kleine pinguïns, jij grote blauwe koe!” gromt een grote pinguïn. “Het spijt me verschrikkelijk!” zegt Blauwe Koe en ze duwt een babypinguïn terug in de kudde.
De grote pinguïn roept een voor een hun namen. “Penny, Poppy, Peter, Paul… En waar is Petra?:” Opeens horen ze geroep. “Help!” Arme Petra drijft rond op een ijsschots. “Ik kom eraan!” Roept de grote penguin. Hij wil juist het water in springen als een grote walvis opduikt. “Mm, pinguïn, mijn lievelingseten!” en hij likt zijn lippen af.
“Wat moet ik nu?” roept de grote pinguïn. “Waarom vlieg je niet?” vraagt Blauwe Koe. “Omdat pinguïns niet kunnen vliegen!” zegt de grote pinguïn. Er is geen tijd te verliezen. Blauwe Koe neemt een aanloop, springt en landt op de ijsschots naast de kleine Petra. “Spring op m’n rug!” roept ze.
Alle pinguïns juichen als Blauwe Koe met een grote sprong weer veilig naast hen terecht komt. Petra lacht breeduit. “Oh, bedankt!” roept de grote pinguïn.
De kleine pinguïns dringen om Blauwe Koe heen en geven haar een dikke knuffel. “Jullie raden nooit waar ik geweest ben” “Waar ben je geweest?” “Ik ben naar de Zuidpool geweest en ik heb met pinguïns geknuffeld”.
“Iedereen weet dat koeien niet naar de Zuidpool kunnen”. Maar wij weten wel beter, of niet?