Er is een man die Petrus heet. Hij denkt aan Jezus. Wat heeft hij veel met hem meegemaakt! Petrus weet nog goed dat ze bij een waterval stonden. Het water kletterde op de rotsen. Jezus zei: Jij bent de sterke rots waarop ik kan bouwen. Jij gaat iedereen over mij vertellen. Jij krijgt de sleutel van de hemel.
Sleutel? Wat bedoelde Jezus toen? Dan kan hij de hemel openmaken. Ja, maar wat bedoelde Jezus toen? Weet ik niet. Hoe ziet die sleutel eruit? Heeft de hemel dan een grote deur? Met een groot slot? Petrus had het Jezus nog heel graag willen vragen. Maar Jezus is weg. Hij is teruggegaan naar God in de hemel.
Vandaag is Petrus met de andere vrienden van Jezus. Misschien weten zij het? De andere vrienden begrijpen er ook niks van. Een sleutel? En Petrus, wij hebben ook een vraag: Jezus zei dat we de andere mensen over hem moeten vertellen.' Maar wat? Nou, dat hij iedereen te eten gaf, roept de één. En dat hij zieke mensen beter maakte, roept de ander. Alle vrienden beginnen door elkaar te praten. Dat hij over water kon lopen! Dat hij de Zoon van God is! Dat hij dood was en weer levend werd! Dat hij nu bij God in de hemel is! Er is ook zoveel over Jezus te vertellen. Maar al wist ik precies wat we aan iedereen moeten vertellen, hoe moet ik dat dan doen, denkt Petrus. Overal spreken ze een andere taal! En die sleutel? Petrus is helemaal in de war.
Horen jullie dat? Woei! Woei! Woei! Gaat het nou waaien? Kunnen jullie meewaaien, zo? Plotseling schijnt er een fel licht om de vrienden heen. 'Wauw, waar komt dat vandaan?' Ze krijgen een warm gevoel vanbinnen. Er wordt een vuurtje aangestoken in hun hart. Het vuurtje is de liefde van God. Opeens begrijpt Petrus het: Het is niet een gewone sleutel, dít is de sleutel naar de hemel! De sleutel is de liefde van God! Dat is het allerbelangrijkste!
De vrienden beginnen ineens allemaal andere talen te spreken. Wat gek! Eerst konden ze geen woord zeggen in die talen. Nu zeggen ze hele zinnen achter elkaar! Ze weten precies wat ze moeten vertellen. Mensen stromen nieuwsgierig naar hun huis. Er zijn veel buitenlanders bij. En die kunnen alles verstaan! Ze horen over Jezus en over hoeveel God van ze houdt. Ook in hun hart begint een vuurtje te branden. Ze gaan terug naar hun eigen land en vertellen daar over Jezus en de liefde van God. Overal ter wereld gaan vuurtjes branden. Wauw! De hemel, zegt Petrus, die is nooit op slot. Als je de sleutel in je hart hebt, is de hemel helemaal wijd open. Wauw! Mooi hè! Wat een mooie sleutel!