Voor de oorlog hadden vrouwen niet dezelfde rechten als mannen. Zo mochten ze niet stemmen en niet werken in beroepen die alleen voor mannen waren bestemd. Een vrouw was te zwak om te werken, werd er beweerd, en daarom konden ze maar beter thuisblijven en voor de kinderen zorgen. Maar de oorlog verandert alles. Miljoenen mannen vertrekken naar het front en hun werk wordt overgenomen door vrouwen. Voor het eerst komen ze bij de brandweer terecht of als conductrice op een tram of in de munitiefabriek. Zo kunnen vrouwen laten zien dat ze helemaal niet zwak zijn, maar het werk juist goed aankunnen. Hun rol in de maatschappij verandert voorgoed. Stapje voor stapje beginnen vrouwen dezelfde rechten en kansen te krijgen als mannen.