Dag Jip, dag Pip. Wat staat er op je shirt?
Jip: aa
Pip: p
Commentaar:
aa-p…
Als je dat plakt, krijg je aaaaap…..aap
Aap begint met aa.
Als je goed om je heen kijkt, zie je de aa.
In de krullen van een hek bijvoorbeeld.
Of een naam van een winkel in de winkelstraat.