Het is lastig om niet teveel te verklappen als je over het boek Lampje vertelt, maar Nanna (9) weet precies wat we wel en niet kunnen vertellen.
Nu is ie aan, nu neemt ie op. Echt? Ja. Laten we maar beginnen bij het begin, want elke podcast die begint altijd met. Welkom bij de waanzinnige podcast. Wil jij dat zeggen? Moet dat nu? Nu ja. Welkom bij de Waanzinnige Podcast. Ik ben Nanna en dit is Lampje. Lampje is een meisje en ze woont bij een vuurtoren met haar vader, want haar moeder is dood. Haar vader is vuurtorenwachter en omdat hij een houten been heeft, moet Lampje altijd de trappen op om de lont helemaal boven in de vuurtoren aan te steken. En daarom is ze haar moeder, die dood is, haar lampje geloofd. Waar moeten we beginnen met dit verhaal? Er is een storm en Lampje ziet opeens dat er geen lucifers meer zijn. En zij moet altijd het lichtje aansteken bij de vuurtoren, want anders botsen der boten tegen de rotsen voor de vuurtoren. Dat is best logisch, want de boten moeten wel weten waar het land begint, anders klappen ze zo op de rotsen. Best een verantwoordelijkheid voor een kind. Wat is lampje's vader dan eigenlijk voor een vader? Ja, de meeste vaders en heel anders. Die letten heel goed op hun kinderen. En deze vader niet echt. Hij is heel vaak heel dronken. En hij mist z'n vrouw heel erg. En daarom is ie meestal sip. En hij heeft een houten been. Daarom gaat ie ook heel moeilijk lopen. En dat is ook een beetje waarom Lampje dan steeds het uh lampje moet aansteken. Ja. En hoort dat voor de kinderen werk te hebben? Nou ja, ik ja, schoolwerk wel, maar ik zulk werk voor zo'n jong meisje, vind nog wel een beetje, zoveel trappen op. Da's wel pittig. Ja. Wat is er zo mooi aan dit boek? Waarom heb je dit uitgekozen? Nou, ik vind alle plaatjes mooi getekend, ook door Annet Schaap, de schrijver. Maar ik vind het ook gewoon. Het is heel goed verteld. Het lijkt meestal alsof je er zelf eerst zit. En dat is meestal bij een boek zo, maar bij dit boek is het ook echt alsof je het beleeft. Lampje die, die voelt heel veel en die heeft ook heel veel fantasie. En dan beleeft ze dat allemaal. Lampje doet ontzettend haar best. In de eerste plaats om haar vader te helpen, want het leven is gewoon te zwaar voor hem sinds haar moeder dood is gegaan. Er is alleen één probleem Lampje is namelijk heel vergeetachtig en precies als de storm begint komt Lampje erachter dat ze vergeten is om nieuwe lucifers te kopen. Lampje moet dus in de storm nieuwe lucifers gaan halen. Maar eerst denkt ze dat de wind haar vriend is. Maar dan gaat de wind en gaat het bandje proberen uit haar handen te blazen. Dat lukt dan nog niet, maar dan denkt ze de wind is mijn vriend niet meer. Ik moet snel door rennen en dan rent ze gauw naar de winkel. En dan komt ze bij de winkel van meneer Rozenhout aan, en mevrouw Rozenhout. En dan moet ze het kopen, de lucifers. En dat is wel best lastig, want Lampje's vader heeft grote schulden bij de winkel van meneer Rozenhout en als de lucifers uit eindelijk meekrijgt, dan realiseert Lampje zich dat ze door de storm weer helemaal terug naar huis moet. Ze komt bijna niet voorruit, struikelt het plein over naar de kade, naar de basalt, de trap die omlaag glijdt, waar de rots pad begint. De wind jaagt de zee de treden over. Moet ze echt het water in om thuis te komen? Moet ze zwemmen? Ze klemt het mandje tegen zich aan en stapt het water in. Eerst gaat het nog. Eerst zijn er nog paaltjes en vinden haar voeten nog houvast op de stenen. De wind giert om haar heen. Hallo, hallo vriendin. Ben je weer terug? Kom je nu echt spelen? Kind, kind, vuurtoren, kind? Ben je zo sterk als de zee? Als de wind? Ja, gilt Lampje boven de storm uit. Toevallig wel, dit kind wel. Ze zwoegt van steen naar steen. Het aarde donkere water kookt om haar heen, komt steeds hoger. Bijt met zijn kou in haar kuiten, haar knieën, haar bovenbenen. Haar hart klopt als een razende. Maar als ze omkijkt is ze al halverwege. Het moeilijkste stuk moet nog, maar ze is al op de helft. Zie je wel, wind, je kunt me lekker toch niet? De wind rukte mand uit haar hand. Hij blaast hem omhoog. Laat hem even een rondje draaien boven haar hoofd. Gewoon om te pesten. En neemt hem dan mee. Met lucifers en al, naar een ander land. Met een ander strand. Naar een ander kind dat een morgen vindt. Lampje ziet het kleine stipje verdwijnen in de donkere hemel. Ze gilt het woedend uit en krijgt meteen een mondvol zeewater. Zout en koud. En ze is nog zo koud. En alles is nu verloren. Haar tranen zijn ook zout. Ze proeft geen verschil. Ze kijkt om zich heen. De vuurtoren is even verweg als de haven. Allebei onbereikbaar ver voor zo'n klein meisje in zo'n grote zee. Maar ze hoeft ook niet meer naar huis natuurlijk, zonder lucifers. Het water komt hoger en hoger en haar voeten laten de stenen los. Ze kan wel zwemmen, maar ze doet het niet. Mama, denkt ze dan. Dan kom ik er maar aan. Haar vader zal vast wel verdrietig zijn, maar dat was hij toch al. Ze laat zich zinken. Ze voelt niet hoe in het koude water koude lichamen onder haar komen zwemmen. Koude armen haar vastpakken. Zwiepend groen haar als zeewier wolkt in de golven. Stemmen giechelen en giebelen. Ach gut, een kalfje. Een verdronken kalfje. Haar hoofd wordt boven water getild. Ze wordt naar het vuurtoren eiland getrokken en daar op de stenen gekwakt. Geen twee benen in ons water. Daar ligt Lampje nu. Naast haar eigen voordeur. Terwijl voor de kust een schip vergaat. En dan komt ze veel te laat doorweekt thuis en is haar vader super boos. Ja, boten kunnen op de rotsen varen als ze niet weten waar het land begint. Gebeurt dat ook? Ja, dat gebeurt. Nou de volgende dag is er bij de gemeente duidelijk geworden dat de vuurtoren wachter niet meer goed waakt en dat ze de lichtjes niet aan hebben gestoken, daardoor al de bootjes zijn gebotst en er bemanning is gezonken. Dan komen der een vrouw en twee mannen. Twee jongens komen daar thuis en die zijn van de gemeente van het dorpje. Die vinden dat die meer goed moet letten op zijn vuurtorenwachter. En wie voelt zich het meest schuldig, denk je? Lampje. Die denkt dat het eigenlijk haar schuld is? Ja, en die vader vindt dat eerst ook eigenlijk. Die wordt dan ook heel boos. Lampjes vader wordt heel boos en dan loopt alles uit de hand. Ja, dat vind ik eigenlijk wel allerergst van het boek, denk ik. Want één zo'n man breekt een spiegel. De spiegel van die moeder van Lampje. Dan pakt die vader zijn stok en slaat Lampje keihard op haar wang. En ze heeft een hele grote blauwe plek met bloed. Die mensen zien dat allemaal. Dat is ook niet handig hé. Nee, die, die nemen Lampje mee en dan gebeurt het eerste echt spannende. Want dan, ze zetten haar af bij het zwarte huis. Die twee weken toen ze op school gezeten vertelde kinderen nare dingen over het zwarte huis. Wat voor een dingen dan? Nou, dingen zoals dat er een monster leeft, dat het heel donker is, dat er alleen maar spinnenwebben zijn. En toen was ze echt heel bang toen ze voor de poort stond. En ze ging er wel naartoe, want dat moest. Ja. En intussen mist ze niet alleen haar moeder, maar ook de vader denk ik hé. Ja, ze mist haar vader wel en eigenlijk had ze het al vergeven, want ze wou heel graag weer terug bij haar vader, zeker toen ze daar stond. Intussen ga ik even in overleg met Nanna over het verhaal, want we kunnen natuurlijk niet álles verklappen. Nou, ik ga niet verklappen of er echt een monster is, maar ik wil wel zeg hoe het in dat huis is. Nou eh, in het huis is eigenlijk van de admiraal en in dat huisje wonen een paar mensen. De admiraal komt nog steeds niet thuis, steeds maar. In het huis wonen een grote jongen, Lenny heet die. Ik weet niet of het Lenie is of Lennie, maar ik denk meestal Lenie. Hij wil in alles knippen, in kranten, in alles en Lampje helpt hem daarbij. Maar hij gedraagt zich dus helemaal als een klein jongetje, terwijl hij een hele grote lange slungel is. Gewoon een volwassene met eigenlijk het brein van een klein kind. Ja, en hij is wel heel sterk dus hij helpt Lampje met van alles. En verder? Er is een mevrouw in dat huis. Ja, er is een mevrouw in dat huis. Ik ben der naam vergeten. Hoe heet ze ook alweer? Oh ja, ik weet het weer. Ze heet Martha. Zij woont in dat huis met haar man. En der man heet Nick. En intussen krijgt Lampje steeds meer de indruk dat het monster echt bestaat. Van boven hoorde ze van hoog in de toren hoorde ze geblaf. Toen ze ging slapen hoorde ze getik van nagels op de gang en hoor je gekwijl en dus geblaf. En dat vond ze heel eng en ze hoorde, dacht ze, zwarte poten. En gaat ze ernaar op zoek? Of zullen we dat niet verklappen wat er verder gebeurt? Ja, ik zal het verklappen. Ze gaat ernaar op zoek. Dat is echt spannend hè? Ja, dat vond ik ook wel heel spannend. Intussen werkt Lampje natuurlijk heel hard en doet ze heel af en toe ook eens iets leuks. Nou er is een kermis. Daar gaat ze met Lennie, Lenie, naartoe en daar is een soort tent en daar moet ze een kwartje voor betalen. En ze had maar van Martha één kwartje gekregen. Ze kan een suikerspin kopen of ze gaat die geheimzinnige tent in. Ze doet dat laatste en ziet er allemaal vreemde wezentjes, onder andere een zeemeermin. Met de gouden ogen. Nanna is gek van zeemeerminnen. Toen ik klein was las ik ook een beek ik ben een zeemeermin en dat vond ik ook al heel mooi. Maar ik vind het gewoon mooi als van die boeken gaan en meestal over mensen die gewoon zichzelf durven te zijn, van zeemeerminnen. En dan is het vind ik het ook best wel cool. Eigenlijk geen meerminnen, want het is dan half mens en half vis. Zou jij wel een zeemeermin willen zijn? Ja, ik zou het wel willen, maar ook weer niet. Want eerst rede is, ik zou het wel willen omdat het wel cool is zou je ook een soort van communiceren met alles onderwater. Maar mijn nadeel is dan, dan kom je er niet meer echt boven water. Land boven is geen water en dan kan je niet leven en als je dan gevangen wordt met een boot of zo met een net, dan loopt het ook niet goed met je af. Nanna heeft zich wel eens als zeemeermin verkleed. Ik verkleed me niet meer heel vaak, maar ik hou er wel van. Want ja, soms denk ik wel eens ik ben er te oud voor, maar doe ik wel gewoon nog een showtje voor mijn ouders, verkleden. En dan van haar als heel veel dingen. Heel grappig, verkleed. Als een hele tuttige prinses, die heel chique doet, als een clown die Dombo heet. Ik ben ook wel gekleed geweest als cowboy en als heks. Als best wel veel dingen. En als je zo van verkleden houdt, zou je dan niet bij die vreemde figuren op de kermis willen horen? Nou, ik zou er niet bij willen horen, want in de boek zeggen ze zeg maar, dan wordt er ook verteld dat... Dat er... dat zij ook uitgelachen worden enzo. En als dat het zeg maar veel voor de grap is en dat mensen ook dingetjes op ze gaan gooien. Alle mensen van de kermis worden een beetje gepest. Ja. Waarom worden ze gepest? Omdat ze er anders uitzien dan de rest. En dat vind ik best wel erg. Volgens mij moeten we nog even heel even teruggaan naar het boek, want waarom moeten alle kinderen dit boek lezen? Nou, het boek is gewoon heel mooi en ik denk eigenlijk dat als je het gewoon hebt gelezen dat je het steeds maar nog een keer wil lezen, want het blijft ook gewoon mooi. Ik heb het nu zelf ook wel drie keer gelezen. Ik ben sowieso wel een beetje verslaafd aan lezen, maar dit boek vind ik ook wel echt best wel verslavend. Heb je zin in een lekker verslavend boek voor de kerstvakantie? Lees dan Lampje van Annet Schaap. Vanaf 2 januari 2023 kan je bij de NPO de televisieserie van Lampje bekijken. Zal het net zo mooi zijn als het boek? Dit is het einde van reeks vijf voor en door kinderen uit groep zes en in Vlaanderen het vierde leerjaar. We hopen natuurlijk dat er een mooie boekentip voor jou bij zit. Wist je dat we nu afleveringen hebben voor alle kinderen van de basisschool? Echt waar! Dus onze taak zit erop. Nee joh. Wij blijven mooie boeken tippen. Ook volgend jaar weer, maar niet in een reeks. We maken gewoon losse afleveringen op mooie momenten. Dus volg de waanzinnige podcast in Spotify of in een andere podcast app en je krijgt een seintje bij elke nieuwe aflevering. Tot volgend jaar! Ik wilde ook nog even mijn team bedanken Patty de Block en Roos Visser voor de communicatie en educatie. En Maya Shamir voor de eindredactie. Oh ja, en ik wil echt heel veel dank uitspreken voor de fondsen, uitgevers en andere leesintiatieven die financieel hebben bijgedragen aan reeks vijf van de Waanzinnige podcast. In de shownotes worden jullie bij naam genoemd. Dank je wel! Ik ben Marije Ravelli en dit was reeks vijf van de Waanzinnige podcast. Maar het allerbelangrijkst zijn jullie natuurlijk. Dank je wel voor het luisteren. Een hele fijne vakantie en tot volgend jaar! Dit is een productie van Studio Popcorn.