In de TV-serie Numb3rs helpt de wiskundige Charlie zijn broer Don die bij de politie werkt. In de allereerste aflevering is de politie op zoek naar een serieverkrachter. Ze willen weten waar hij de volgende keer toe zal slaan. Charlie zegt, dat ze beter iets anders kunnen doen. Hij vergelijkt het patroon van de crimescenes met een tuinsproeier. Als je de druppels uit een tuinsproeier 1 voor 1 nummert, kun je niet voorspellen waar de volgende druppel terechtkomt. Dat is veel te moeilijk. Maar als je het patroon van de druppels kent, kun je wel voorspellen waar de sproeier staat. Charlie gebruikt dit idee om aaan de hand de crimescenes te voorspellen waar de verkrachter woont. De politie onderzoekt het DNA van alle mannen in de wijk, maar de dader zit d’r niet tussen. Charlie is bang, dat hij een fout heeft gemaakt. En dan doet hij iets heel belangrijks: hij gaat zijn model toetsen. Daarvoor haalt hij allerlei stukken uit het Politiearchief en met al die dossiers kijkt hij of zijn model wel klopt. Hij vindt een klein foutje, maar dan vindt hij met zijn nieuwe model een wijk die helemaal binnen de oude wijk valt. Aan het eind van de aflevering blijkt, dat zijn model klopt, maar dat de dader net is verhuisd. Je kunt dus niet alles met wiskunde voorspellen. Het lijkt allemaal wat vergezocht, maar het model van Charlie werd eind jaren ’90 gebruikt om een serieverkrachter in Louisiana te vinden. Ook toen konden alle mannen in het aangewezen gebied worden uitgesloten, want de dader was net verhuisd. Gelukkig kwam een rechercheur daar achter en kon de verkrachter alsnog worden opgepakt. De makers van Numb3rs’s hoefden dus maar heel weinig zelf te verzinnen.