Wauw. Mooi, hoor. Feline, waarom sta je voor die leeuwen? Ik geef wat aan de leeuwen. Als je een dier kan zijn, welk dier is dat dan? Een poes, want dan kun je de hele dag lekker liggen. Net als deze rakkers. We zijn niet voor niets in een dierentuin. Jouw vraag gaat ook over dieren. Mijn vraag is hoe het is om dierenarts te zijn in de dierentuin. Dan gaan we dat uitzoeken. Let's go. Ik heb een hond en een kat. Hebben ze geen ruzie? Nee. Gelukkig. Hoi. Dit is Christine. Ik ben Christine. Ik ben Feline. Feline heeft een vraag. Hoe is het om dierenarts te zijn in de dierentuin? Heel gaaf. Ik wilde als kind altijd al dierenarts worden. Toen ik drie was. Uiteindelijk werd ik dat. Toen wilde ik dierentuin-dierenarts worden en dat ben ik nu. We staan bij de rendieren. Gaan we hier iets doen? Klopt. Dit is de kudde die we hebben. Met jonge dieren, de man met dat grote gewei, en de dames zijn allemaal een beetje in de rui. Maar één van die dames is heel kaal. Normaal zou die nu al een beetje ondervacht moeten hebben, maar die is er nog niet, dus die willen we even onderzoeken. We gaan even voorzichtig kijken. Dan gaan ze haar pakken. Kijk, dat bedoel ik. Nu is ze vast. Dan kunnen we even kijken. Waaraan denk je als je denkt waarom ze kaal is? Heb je een idee? Voor een nieuwe look gaan? Ik ga dus bloed pakken. Met die buisjes moet je me even helpen. Die moet je zwenken, zodat het bloed met de zijkant in contact komt. Nog iets verder. Zo? Dan gaan we er even uit. Ben je zover? Ik ben weg. Wat gebeurt er met dat bloed? Dat bloed sturen we op naar een laboratorium. Daar gaan ze onderzoek doen of ze gezond is, bijvoorbeeld. Of ze een ontsteking ergens heeft? Dan weet je waarom ze kaal is? Dat hoop ik. Als je geluk hebt, wel... en als je pech hebt, dan heb ik alles gedaan en weet ik het nog niet. Soms heb je dat. Oke. We gaan naar de neushoorn. Die woont hier. Dus let maar op. Gaaf he? Hij lijkt uit de oertijd. Ja. Zeg maar dag. Dag, grote vriend. Dat durf je ook gewoon? Oke... Durf jij dat ook? Hoe voelt dat nou, Feline? Nou, stoffig. Ja. Je handen zijn ook vies. Hij heeft jaren geleden met zijn broer gevochten. Hij had een grote wond aan zijn linker-voorbeen. Ik zie er nu in ieder geval geen vlieg op. Als je een open wond hebt, komen er snel vliegen op. Die proberen er eitjes in te leggen. Dat wil je niet. Christine, ik moet het toch vragen. Je bent nu lekker aan het knuffelen. Kun je dit in het wild ook doen? Even op een neushoorn afstappen... Dat kun je één keer proberen. Want? Daarna doe je dat nooit meer. Dat overleef je niet. Dat jullie het thuis even weten. Ik maak een spuitje klaar voor de kameel. Die heeft veel last van jeuk. Dat heb je soms ook, dat je door een mug gestoken wordt. Dan jeukt het. Blijf maar een beetje achter me. Ze zijn nieuwsgierig. Ze komen even kijken. Hee, dag. Hallo. Nu gaat ze ruiken. Kijk eens. Goed zo, meissie. Dit komt door de muggen? Ja, of de hazen. Ze kan het niet vertellen. Wat ga je nu doen, Christine? Haar behandelen tegen de jeuk. Als ze dat toelaat, is dat HEEL fijn. He, meissie? Dat verlicht en neemt de jeuk. Deze kameel heeft meer bulten dan twee. Ik wilde net zeggen. Een kameel met bulten is toch normaal? Voelt ze het nu dat je haar prikt? Ze voelt het wel. Kijk, de oortjes zijn niet helemaal meer naar voren. Ik probeer haar een beetje af te leiden... dat het goed gaat. Het is goed gegaan. Mooi, meissie. Heb je wel eens meegemaakt dat een kameel boos werd? Ik ben 'n keer heel hard weggelopen. Dat kan ik je vertellen. Ik denk dat we klaar zijn, of niet? Die ander begint te poepen. Lekker. Dat ziet er gezond uit. Dat zie je ook meteen? Dat zie ik ook nog even. Hoppa. Op naar de volgende patiënt. Een korenwolf. Dat is een heel zeldzaam soort... hamster. In deze dierentuin worden ze gefokt en in het wild uitgezet. Hallo. Hallo. Hoi. We hoorden dat hier korenwolven zaten. Klopt. Er zitten hier heel veel. Ik zie ze helemaal niet. Nee, ze slapen overdag. In dit huisje ligt hij te slapen. Ik ga hem langzaam wakker maken. Daar komt 'ie. GEPIEP Je hoort dat hij boos is. Hij is not amused, nee. Nee. En daar is hij. Als je hem gaat uitzetten, doe je de deur open en succes ermee? Nee, we houden het goed bij. Ze krijgt vandaag ook een zendertje. Dan weten we precies welke korenwolf waar zit en hoe het met ze gaat. Zo, daar is hij. Ik had alles al voorbereid. Wat gaan we nu doen? Dit is een zuurstofgenerator. Daar gaat zuurstof doorheen en dan komt hier zuurstof en narcosegas uit. Straks wordt hij een beetje dronken en valt hij om. Dan zetten we hem hier neer. Ik ga nu mijn operatie-setjes voorbereiden. Oeps... Grappig he? Dan kijken we of hij slaapt. Die slaapt wel. Dan krijgt hij nog een prikje van me, een pijnstiller. We binden hem even vast. Dan is het iets makkelijker om te opereren. Dat valt niet mee met die kleine pootjes. Is een klein dier opereren moeilijker dan een groot dier? Nou, voor de narcose is dit wel veel makkelijker. Dit is best overzichtelijk. Dan maken we het nu helemaal schoon. Zou je die even nat kunnen maken? Gewoon wat water erop. Top, dankjewel. Goed gedaan. Dan heb ik wat mooie roze zeep. Spannend, he? Ja. We proberen die snee zo klein mogelijk te maken. Wat we nu gaan doen... Dit is de zender. Best groot voor zo'n hamster, he? Nu komt een plop en dan zit hij erin. Je gooit hem gewoon zo erin? Hoppa. Erin. Ja. Dat is een goede knoop. Dat moet ook goed zijn, he? En dat was het. Wauw. We zijn bij de operatie van een korenwolf geweest. Wie kan dat zeggen? Nou, ik... Wat een dag, he? Het was super tof. Heb je antwoord op je vraag? Ja. Een dierenarts doet hier veel verschillende dingen. Zou je het zelf willen worden? Ik vind het heel leuk, maar ik wil toch liever kapster worden.