Dit is onze geschiedenis, onze recente geschiedenis. Zulke beelden vullen wellicht tot vervelens toe elke avond de journaals. Kijkers zien alleen zinloze verwoesting. Wij Syriërs herkennen onze jeugd. Pleinen waar we speelden, winkels waar we boodschappen deden, de schaduwrijke tuin van oom en tante, waar we avondenlang thee dronken. We zijn de oorlog ontvlucht en wonen nu in Berlijn. Wat we van Syrië zien, komt via mobiele telefoons of het web. De beelden vertellen onze geschiedenis. Maar welke? De geschiedenis van Assad? Van Poetin? Van IS? Dat is pure propaganda. Wij zoeken met zijn allen naar wat er echt gebeurd is. Maar heel veel materiaal verdwijnt in recordtempo van het web. Er zijn honderdduizenden filmpjes weg van YouTube, posts van Facebook, tweets van Twitter. Die schonden de regels van die sociale media. Google publiceert transparantierapporten. Je ziet dat er in drie maanden zo’n 8,7 miljoen filmpjes zijn verwijderd. Als je naar de redenen kijkt, gaat het meestal om automatische signalering. Niet alleen Assad bemoeilijkt ons werk, ook Google, YouTube en Facebook door ‘extremistische’ berichten te verwijderen. We hebben onderzoek gedaan naar het type bronnen dat we hadden, het type filmpjes en dergelijke. En bijna 400.000 filmpjes uit ons archief waren niet meer beschikbaar. Dit is zo’n filmpje dat Google verwijderd heeft. Hier zie je welke munitie bij een aanval is gebruikt. Gebruik daarvan tegen burgers is verboden. Dus dit is erg belangrijk. Het is belangrijk om dit materiaal te bewaren voor gebruik in rechtszaken en om mensen ter verantwoording te roepen. We willen dit materiaal terughalen en bewaren voor toekomstig gebruik. Er is een heel leger van mensen die informatie van het web verwijderen. Deze vrouw was een van hen. Als wij in Syrië een filmpje postten, haalde zij dat er in Berlijn weer af. Facebook wil haar gebruikers, jullie, de gruwelen van onze oorlog besparen. Binnen tien seconden moet ze beslissen: bewaren of niet. Op Facebook kun je alles melden wat je niet aanstaat. Het kan bijvoorbeeld gaan om blootopnames of geweld of haatdragende taal. Dat kun je melden. We behandelen doorgaans gemiddeld 700 meldingen per dag. Dus je hebt nog geen tien seconden per melding. Je kunt natuurlijk nooit goed oordelen in zo’n korte tijd. Het gaat niet alleen om foto’s, maar ook om tekst en filmpjes. Een filmpje van vijf minuten gaat ten koste van je productiviteit. Dus niemand wil filmpjes. Als we wisten dat zij alles zorgvuldig afwoog, zou je ons er niet over horen. Die onvoorstelbare hoeveelheid smerigheid, martelingen en geweld. Maar hoe beslis je binnen seconden wat van belang is voor waarheidsvinding? Daar moet je wel gek van worden. Het is een heel ingewikkelde taak, de analyse is heel complex. Maar je moet reageren, dus dat gaat soms op de automatische piloot. Ik moest kennelijk denken als een complotdenker. En de gebruikers leken niet altijd te weten dat mensen die meldingen afhandelden. Dit heeft ook geleid tot grote problemen. Historische foto’s uit oorlogssituaties moesten verwijderd worden omdat er een naakt kind op stond. Als moderator wilde ik altijd meer wissen dan ik kon. Na drie maanden gaf zij haar baan alweer op. Ze werd er gek van. Anderen wissen gewoon verder. Veel materiaal dat voor ons van belang kan zijn, wordt gewist door algoritmes. Daar vechten we dus tegen, tegen het verwijderen van bewijsmateriaal waardoor eventuele schuldigen ongestraft kunnen blijven. Het is werk dat nooit ophoudt, ook thuis gaan we door. En dit is onze schatkist. Hier slaan we alles op wat we redden voordat het verdwijnt. Het is heel lastig om dit werk in Berlijn te doen, op afstand want de werkelijkheid waar we hier in leven is heel anders dan de werkelijkheid in Syrië. Aleppo ligt een appje bij onze vluchteling vandaan. Dagelijks belandt dit drama via zijn telefoon in het veilige archief. Het is voor ons geen optie om normaal door te leven als er zulke dingen gebeuren in Syrië. Daarom gaan we hiermee door. Zo zijn er honderden mensen bezig met het al dan niet bewaren of bewerken van de geschiedenis. De een bewaart alles omdat dat nodig kan zijn om te oordelen. De ander verwijdert van alles ter bescherming tegen te veel vuiligheid. Weer een ander zoekt en combineert tot hij een nieuwe waarheid kan onthullen. De ene oorlog is de andere niet. Maar door de Tweede Wereldoorlog weten we hoe belangrijk bewijzen zijn. Archiveren is cruciaal. Hier, in het voormalig hoofdkwartier van de Gestapo besef je hoeveel simpeler het toen zou zijn geweest met mobieltjes. Ik wilde hier heel graag met jou naartoe. Want je kunt dit hele complex zien als een archief. Als je hier rondloopt, vergelijk je het meteen met Syrië. Het grootste verschil met de situatie in Syrië is dat hier sprake was van ontkenning. Ze hadden geen archief met filmpjes die elke twijfel wegnemen over wie de misdadigers zijn. Daarom hadden ze problemen tijdens de processen: Hoe konden ze bewijzen dat iemand ergens bij betrokken was? Deze foto lijkt op de satellietfoto’s die ik dagelijks zie. Zij hadden niet de voor-en-na-mogelijkheden die wij nu hebben. Maar als je dit ziet, denk je wel: Het lijkt op hoe Syrische steden er nu bij liggen. Syriërs willen de wereld laten zien wat er in hun land gebeurt, omdat ze geloven dat wanneer de rest van de wereld dit ziet, men in actie zal komen. Als deze informatie niet meer online staat en verwijderd is, hoe bewijs je dan dat er in Syrië, precies toen en daar, mensenrechten zijn geschonden? Als je geen getuigenverklaring hebt, en geen filmmateriaal, hoe bewijs je dan dat er een misdrijf is gepleegd?