We zetten van alles op sociale netwerken: vakantiefoto’s, verjaardagsfeestjes die eraan komen of onszelf met een nieuw kapsel. Het lijkt allemaal leuk, maar het kan ook gevaarlijk zijn om teveel van jezelf op sociale media te zetten. Identiteitsfraude ligt op de loer. Zodra we de informatie online zetten, profiteren bovendien allerlei bedrijven daarvan: Facebook is een miljardenbedrijf.
Stel: je houdt van Starbucks. En je hebt ook in je profiel geschreven dat je Gap spijkerbroeken draagt. Gap kocht gegevens van Facebook en ontdekte hoe ze meer geld konden verdienen: door bij Starbucks te adverteren! Want veel Gapspijkerbroekendragers hadden ook Starbucks aangevinkt. Persoonlijke informatie is dus handel.
De filosoof Schopenhauer zou ons adviseren weg te wezen uit Facebookland. Want waarom worden we verleid om zoveel gegevens überhaupt te delen? Omdat we graag willen laten zien aan anderen hoe leuk onze levens zijn en wat we doen. Maar zegt Schopenhauer: ‘Andermans hoofd is een waardeloze plek om als zetel voor waar geluk te dienen’,
Als je je eigenwaarde afhankelijk maakt van de likes van anderen, ben je altijd afhankelijk van wat anderen van je vinden.
Er zijn twee houdingen ten aanzien van het delen van gegevens. Sommigen zeggen: ik heb niks te verbergen, ik zet alles online. Anderen zeggen: pas toch op, je bent alleen maar voer voor bedrijven en je rechten zijn niet gewaarborgd.
Beide houdingen zijn op zichzelf even legitiem. Waar het om gaat is dat ‘privacy’ een kwestie van regie is. ‘Privé’ is datgene waarvan ik bepaal wie er toegang toe heeft: of het nu gaat om persoonlijke gegevens, medische gegevens of bankgegevens. Zodra je niet weet wat er met je gegevens gebeurt, is er van gewaarborgde privacy geen sprake meer. Dat nu, is het gevaar van Internet: we beseffen ons vaak onvoldoende wat er met onze gegevens gebeurt.
Heb jij de regie over jouw persoonlijke gegevens? Weet jij wat er over jou bekend is? En wat zet jij online en wat beschouw jij als privé?