Konijnen en hazen zijn geen knaagdieren zoals de eekhoorn, hamster, bever, rat of muis. Ze vormen een aparte diergroep: de haasachtigen. Konijnen en hazen worden ook wel dubbeltandigen genoemd. Dat komt omdat vlak achter de grote snijtanden in de bovenkaak een paar mini-snijtanden zitten. Knaagdieren hebben deze extra tandjes niet. Maar er zijn meer verschillen. Zo hebben hazen en konijnen een gespleten bovenlip, en in tegenstelling tot bijvoorbeeld eekhoorns gebruiken haasachtigen nooit hun voorpoten om er voedsel mee vast te houden.
Wereldwijd bestaan er 62 verschillende soorten hazen en konijnen. In Nederland komen twee soorten haasachtigen voor: het wilde konijn en de Europese haas. Deze dieren lijken veel op elkaar, maar het zijn aparte soorten. Ze kunnen samen geen gezonde jongen krijgen.
In Nederland worden ook veel tamme konijnen als huisdier gehouden. Dat gebeurt al heel lang. Al in de zestiende eeuw. Sinds de negentiende eeuw lukte het fokkers om allerlei rassen te creëren. Zo ontstond in Gent bijvoorbeeld de Vlaamse Reus, die tot negen kilo kan wegen. Konijnen van verschillende rassen kunnen wel met elkaar paren en gezonde jongen krijgen. Ze behoren tot dezelfde soort.