Hallo. Handig he, dit. Ja. Zit jij veel op het internet. Best wel vaak ja. Wat doe je dan? Games, huiswerk, YouTube kijken. Kan jij je een wereld voorstellen zonder internet? Nee. Saai. Zonder games en zo. Het heeft ook iets te maken met jouw vraag toch? Ja, want m'n vraag was: Kan het internet vol raken? Wat een gruwelijke vraag is dit. Tess en Aditya gaan eerst naar het computermuseum in Amsterdam. Herken je dit? Ja, ik denk dat het een computer is. Hoe vind je het eruit zien allemaal? Ouderwets. Weet je wat dit is? Ik heb geen idee. Dit is een floppy. Dit is zo gezellig. Hier deed je gegevens op en dat kon je in je computer stoppen. Een usb-stick. Precies. Dit was eigenlijk de voorloper van de usb-stick. Bizar he. Steven, u bent de eerste internetgebruiker in Europa. Dat klopt. Het open internet in Europa was opgezet door de man in de kamer naast mij op m'n werk. Hij heeft die email ontvangen. Hij heeft op m'n deur geklopt en zei: Het internet doet het. Dus ik ben meteen in gaan loggen op m'n computer in New-York om het uit te proberen. Ik zei: Ja, het werkt, leuk. En dat was het. Dertig jaar geleden. Hoe bizar! Wat bijzonder dat ik met u praat. Ja, leuk. Hoe werkte het internet dan? Hoe werd het zo snel zo groot? Eerst moet je begrijpen waarom het netwerk heet. Dat is omdat het gewoon net als een visnet is. Je hebt punten en iedere knoop is een computer. En iedere lijn is een connectie tussen computers. Daarom heet het een netwerk. Als je een bericht wilt sturen, van de ene computer hier naar deze, kan het een willekeurige route nemen, zodat als deze computer breekt bijvoorbeeld, dan kan het bericht nog steeds door. Je stuurt een bericht en de computers onderling beslissen van: Ik stuur het die kant op of die kant op. U heeft het begin meegemaakt. U heeft het zien ontwikkelen. Voor sommige kids nu is het zoiets moeilijks om te bevatten. Dat het ooit niet bestond? Ik probeer het ook uit te leggen. Wat had je toen? Alle winkels gingen toen om zes uur dicht. Je kon geen geld uit de muur trekken. Er waren geen mobiele telefoons, geen gps. Het was een andere wereld. Sinds het internet is alles flink veranderd. Ongelofelijk. Dertig jaar geleden was er het allereerste mailtje en nu is het internet overal! Maar al die internetdata moet ergens worden opgeslagen. Dat gebeurt hier in Amsterdam. In een van de grootste datacentra van de wereld. Hier is het dan. Een plek die extreem goed beveiligd is. Hi Michiel! Mogen we naar binnen? Normaal mag niemand hierin. Maar we kunnen kijken of we voor jullie een uitzondering kunnen maken. Heb jij een strafblad? Eh... Daar gaan we nu achter komen. Kom, we gaan naar binnen. Ja. Kom maar. Ga je gang. Dank je wel. Oke dan... We zijn bijna in het datacentrum. Hier wordt het echt spannend. Voordat je naar binnen kan moet je eerst je hand scannen. Zonder dat je hand wordt gelezen kan je niet naar binnen. Dat is voor de eerste deur. Dus dat zal ik even doen. Jullie gaan onder mijn begeleiding mee naar binnen. Waarom is het zo goed beveiligd? Omdat er heel belangrijke informatie staat. En heel veel klanten hele speciale dingen doen. Dat mag niet fout gaan. En het is allemaal heel geheim ook wat hier gebeurt. Oke. Ook over ons? Staat er ook iets geheims over ons hier? Ik denk dat er 100% iets over jullie staat. En natuurlijk ook iets wat geheim is over jullie. Even BI-en. Ja, we mogen erin. Nog eentje. Ja, hij is weer open. Oke dan. Ik vind het echt spannend worden. Ja, en daar gaat 'ie. Waarom zitten die plakkers hier? Die plakkers zijn om stof en vuil tegen te houden. Daar loop je met je schoenen overheen. Computers kunnen daar slecht tegen. Handig, dit ga ik thuis ook doen! Kijk nou! Ik ga jullie nu naar binnen laten. Hier begint het echt spannend te worden. Wat? Lekker warm he. Wat vind je ervan? Groot. Groot he. Ja he. Op deze afdeling staan vijftien-, twintigduizend computers. Hier? Hier, in deze zaal. Ja, dus eh... Ze staan allemaal, je hoort ze ook, ze zijn warm… Die staan allemaal te werken. Mijn God. Er zijn blijkbaar ook kinderen aan het gamen nu. Is het alleen hier of is het ook internationaal? Wat wij hier doen is eigenlijk voor heel Europa en soms zelfs voor het Midden-Oosten. O, my God! Wat een temperatuurverschil. Lekker he. Wauw. En dit zijn de computers? Dit zijn allemaal computers. Of routers zoals we dat noemen. Routers zijn eigenlijk computers die alleen maar verkeer versturen. Wat! Wow... Wat vind je ervan? Mooi. Mooi uitzichtje he. Iedereen denkt altijd dat het internet virtueel is. Of in de wolken. Maar het internet is eigenlijk zo'n heel groot gebouw vol computers en glasvezel. Het is een beetje bewolkt, daardoor zie je net niet goed waar het is, maar als je goed kijkt naar Katwijk, dan komt daar een hele grote zeekabel aan vanuit Amerika. Daar gaat informatie vanuit Amerika naar ons toe, maar er komt ook informatie vanuit ons naar Amerika. Wacht even. Iemand heeft gewoon... Iemand heeft heel lang met een bootje gevaren met een kabel en die kabel ligt heel diep in zee zodat er niemand tegenaan vaart. Wauw! En daar communiceert iedereen over. Zie je de kabels het land binnenkomen? Nee. Dan moet je goed kunnen kijken denk ik. Het moet een heldere dag zijn he. Ja. Ik had niet verwacht dat er een kabel naar Amerika zou lopen. Nee toch? Hier sta je eigenlijk in het midden van het internet. Er zijn eigenlijk maar tien van dit soort locaties in de wereld. Tien hele belangrijke locaties. Daar ligt het internet tussen. Vanuit die hele belangrijke locaties gaat het verder naar allemaal kleinere locaties. Ik word er een beetje stil van. Dat begrijp ik. Het is alsof je hier een dagboek hebt liggen een beetje. Daarom is het ook zo goed beveiligd. Dat begrijp ik. Want het is jouw dagboek. Ik heb m'n hele vakantie op m'n telefoon staan. Je gaat opeens nadenken: Wat heb ik allemaal getypt? Wat heb ik allemaal gedaan? Oke, daar zijn we dan. Ja. Dit is natuurlijk het moment waarop we gewacht hebben, toch? Ja. Ben je klaar voor het antwoord op je vraag? Kan het internet vol raken? Uiteindelijk zou het kunnen. Bijvoorbeeld als er iets heel speciaals gebeurt, zou het misschien heel even kunnen gebeuren. Bijvoorbeeld als alle kinderen niet meer naar school gaan en alleen nog maar online in de klas zitten. Dan zou het heel even kunnen gebeuren. Maar bedrijven zoals wij en anderen die de zeekabels bouwen, zijn continu bezig met uitbreiden. Om voldoende ruimte te bouwen om alles gewoon te laten verlopen. Genoeg ruimte toch?