In het zuiden van Europa, aan de Middellandse zee, ligt Italië. De hoofdstad van dit land is Rome. In Italië wonen rond de 60 miljoen mensen. De oorsprong van de bevolking is ontstaan uit een samensmelting van verschillende volkeren die in de loop der tijd in het land zijn terechtgekomen. Italië heeft een aantal grote emigratiegolven gekend, waaronder in de jaren 60 van de vorige eeuw, waarbij er ook Italianen naar Nederland zijn geëmigreerd. Het grootste deel van de Italianen woont in en rondom de steden, zoals Rome, Milaan en Napels. De geschiedenis van Italië gaat heel ver terug. Rond het jaar 0 is het Romeinse Rijk het machtigste rijk ter wereld. Maar als de Romeinen worden verdreven, blijft er weinig over van het machtige Rome. Na de ondergang van het Romeinse Rijk gaat Italië verder als zelfstandig land. Tijdens de Renaissance komt de Italiaanse kunst en cultuur opnieuw tot bloei. Dit keer onder het gezag van de Rooms-katholieke paus. Na de Eerste Wereldoorlog komt in Italië het fascisme op onder leiding van Dictator Benito Mussolini. Hij sluit in 1939 een bondgenootschap met het Duitsland van Adolf Hitler. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, kiest Italië dan ook voor de kant van Duitsland. Halverwege de oorlog wordt Mussolini gearresteerd en besluiten de nieuwe machthebbers van het land met de geallieerden mee te vechten tégen de Duitsers. Na deze oorlog wordt Italië een democratische republiek en sluit het land zich aan bij Europese samenwerkingsverbanden en de latere Europese Unie. In vergelijking met veel andere lidstaten van de EU heeft Italië een kwetsbare economie. De staatsschuld is hoog en er is veel werkloosheid. Er is veel ongelijkheid tussen het noorden en het zuiden van het land. Het noorden, is met een sterke industriesector veel welvarender dan het droge, agrarische zuiden. De belangrijkste economische sector in het land, is de groot- en detailhandel en de dienstensector. Italië valt binnen drie klimaatzones. Het grootste deel van het land heeft een mediterraan klimaat, met droge zomers en milde winters. In het noorden en de berggebieden is het koeler. Hier vind je een zeeklimaat en in de berggebieden een hooggebergteklimaat. In deze gebieden valt relatief meer neerslag dan in de rest van het land. Het grootste deel van Italië bestaat uit heuvels en bergen. De Alpen domineren het landschap in het noorden. En in het zuiden, in de beroemde laars, liggen de Apennijnen. Aan de rand van de Alpen liggen een aantal grote meren, die zijn gevuld met smeltwater uit de bergen. Naast het vaste land horen er ook een aantal eilanden bij Italië, waarvan Sardinië en Sicilië de grootste zijn. In Italië, zijn ook een aantal actieve vulkanen te vinden. Zoals de Vesuvius, de Stromboli en de Etna. De Vesuvius is het meest bekend van de grote uitbarsting in 79 na Christus, waarbij steden als Pompeï onder as en puin worden bedolven. Het grootste deel van de Italianen is rooms-katholiek. Midden in de hoofdstad Rome ligt de dwergstaat Vaticaanstad, van waaruit de Paus, de leider van de christelijke kerk regeert. Eten is erg belangrijk voor de Italianen. De Italiaanse keuken staat wereldwijd bekend om de pasta’s, de pizza’s, risotto en het schepijs. In Italië liggen een aantal belangrijke historische steden. Florence, Rome, Venetië, Napels en Sienna hebben met hun eeuwenoude Romeinse gebouwen, kerken en kathedralen een plekje op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Jaarlijks bezoeken miljoenen toeristen deze oude steden. In de Italiaanse musea worden werken van beroemde kunstenaars als Michelangelo, Leonardo Da Vinci en Sandro Boticelli getoond. De historische steden, de kunst, het mooie weer, de stranden en de landschappen maken Italië tot één van ’s werelds populairste vakantiebestemmingen.