Ik zweer trouw aan de constitutie, voorts dat ik alle voor de republiek Indonesia geldende regelingen, steeds zal onderhouden. Dat ik land, volk en staat vertrouwelijk zal dienen en dat ik alle verplichtingen die de republiek mij oplegt getrouw zal vervullen zoals een goed staatshoofd doet. Dit is Soekarno. Hij is vanaf 1949 de eerste president van de onafhankelijke Republiek Indonesië. Die vrijheid is zwaar bevochten. Want Nederland, dat veel geld verdient aan het land, wil haar kolonie niet zomaar opgeven. Waarom niet? En hoe is die onafhankelijkheid tot stand gekomen? Laten we even terugspoelen. Dit is een kaart van Indonesië. Het is een enorm eilandenrijk, helemaal aan de andere kant van de wereld. Het land is een paar honderd jaar geleden erg in trek bij Europeanen die op zoek zijn naar handelswaar. De eilanden zijn erg vruchtbaar en er groeien dan ook kostbare gewassen en specerijen. Zoals koffie, peper en nootmuskaat. In 1602 zet de Nederlandse handelsmaatschappij, de VOC, de Vereenigde Oostindische Compagnie, voet aan wal in het land. De handelslieden van de VOC worden steenrijk van de handel in deze producten. Maar dit gaat wel ten koste van de Indonesiërs. Mensen worden tot slaaf gemaakt en gedwongen om mee te werken aan de productie van grondstoffen en specerijen. De VOC heeft het alleenrecht, ook wel ‘monopolie’ op de handel in Azië afgedwongen. Voortaan mogen de Aziaten alleen nog maar handeldrijven met de VOC. Wie zich daar niet aan houdt, wordt bestraft. Zo organiseert koopman Jan Pieterszoon Coen een strafexpeditie naar het eiland Banda als hij hoort dat zij met anderen handeldrijven. Hij laat tien tot vijftienduizend inwoners van Banda vermoorden. Het is een bloedbad! In 1799 gaat de VOC failliet en neemt de Nederlandse staat de macht over. Het land wordt dan een echte kolonie, met de naam Nederlands-Indië. De Nederlandse staat is maar wat trots op haar ‘wereldrijk’. Tienduizenden Nederlanders vestigen zich er. En al zijn zij een kleine groep in vergelijking tot de Indonesiërs, ze hebben wel de hoogste posities in bedrijven, het leger en in het bestuur. Huidskleur speelt een grote rol. Hoe lichter, hoe meer aanzien. De slavernij wordt afgeschaft, maar de uitbuiting gaat wel door. De Indonesiërs, en dan met name de Javanen, worden gedwongen op één vijfde van hun land gewassen te verbouwen voor Nederland. De opbrengsten daarvan moeten ze afstaan. Dit heet het ‘Cultuurstelstel’. Cultuur betekent gewassen.De Nederlandse staat wordt hier enorm rijk van, maar de Indonesiërs lijden honger en leven in armoede.
In de loop der tijd komt er steeds meer opstand en kritiek tegen de uitbuiting. Zo schrijft de Nederlander Edouard Douwes Dekker, oftewel Multatuli het boek de Max Havelaar, waarin hij kritisch is over het koloniale bewind en de Koning van Nederland waarschuwt. Aan U vraag ik met vertrouwen of het uw keizerlijke wil is dat de Havelaars wordt bespat met den modder van slijmeringen en droogstoppels. En dat daar ginds Uwe meer dan dertig miljoenen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in Uwen naam. Ook in Indonesië zelf is kritiek. De roep klinkt om onafhankelijkheid. Een eigen natie voor het eigen volk. Dit heet nationalisme. Een bekende nationalist is Soekarno. Maar het Nederlandse gezag moet niks van de onafhankelijkheid weten en houdt de touwtjes stevig in handen. 1942, tijdens de Tweede Wereldoorlog, valt het Japanse leger Nederlands-Indië binnen. De Japanners nemen de macht over van de Nederlanders. Het Indonesische volk ontvangt de Japanners met open armen. Eindelijk zijn ze bevrijd van Nederland. Toen ze het land binnenvielen, hadden ze één slogan: Azië voor de Aziaten en Javanen zijn natuurlijk Aziaten. Dat ten eerste. En ze hebben het beloofd: in de toekomst word je zelfstandig. Dus die waren blij. Die waren direct aan de kant van de Japanners. Maar in de jaren daarna blijkt het gezag van Japan niet wat de Indonesiërs verwacht hadden. Nederlanders worden opgesloten in Jappenkampen en Indo’s - Indonesiërs met 1 Nederlandse ouder – worden onderdrukt. En miljoenen Indonesische mannen worden gedwongen te werk gesteld. Duizenden mensen komen hierbij om het leven. Na drie jaar oorlog, geeft Japan zich in augustus 1945 over. In het machtsvacuüm dat er ontstaat, zien de nationalisten hun kans. Nederland is zwak en gebroken na vijf jaar oorlog. De nationalisten Soekarno en Hatta roepen de onafhankelijkheid uit. ‘Merdeka’ roept het volk. Vrijheid. Maar de Nederlandse regering accepteert de onafhankelijkheid niet en wil haar kolonie behouden. Het is een enorme bron van inkomsten en het is immers onderdeel van Nederland!
Veel Indonesiërs sluiten zich aan bij de nationalisten. Ze zijn het zat om te worden uitgebuit door Nederland. Er breekt een chaotische, bloedige periode aan waarin Indonesische jongeren jacht maken op iedereen die niet volledig van Indonesische afkomst is. Deze periode staat bekend als de Bersiap. Japanners vertrokken, dus richtten we ons op de Nederlanders. Had u wapens? Waar vocht u mee? Alle volwassenen kregen een zwaard, een machete en een bamboe speer. Een scherpe speer van geslepen bamboe. Alles wat maar naar Nederlanders rook kreeg een pak slaag. De Indonesische jongeren waren in die tijd heel erg haatdragend. Wat ik vroeger meemaakte... ik werd voor hond uitgemaakt. Ik mocht niet in de Bragastraat komen. Ik mocht niets. Het was wraak nemen. Nederlanders hebben ons 350 jaar lang onderdrukt. Hoeveel rijkdom hebben ze in die periode van ons afgepakt? Om het gezag te herstellen en de mensen te ‘bevrijden’ van de onafhankelijkheidsstrijders, stuurt de Nederlandse regering vanaf 1947 tienduizenden soldaten. Het enige wat we wilden was die mensen bevrijden, voor de rest wisten we niks. We wisten helemaal niks over Indië, we gingen er maar naartoe. Nederland noemt deze militaire missie verhullend de ‘politionele acties’. Maar het is eigenlijk gewoon een oorlog. We noemen deze gebeurtenis nu de ‘Indonesische onafhankelijkheidsoorlog’. Het kost aan zeker honderdduizend Indonesiërs en vijfduizend Nederlanders het leven. Over en weer worden er oorlogsmisdaden gepleegd. De jongens met hun bamboestokken, die komen op je afstormen? Ja, die kwamen zo met een gil van ‘Merdeka!’ met een hele hoop herrie, een hele hoop toestanden. Ja, wat moet je? Je gaat op die 100 meter niet schieten. En wanneer ga je wel schieten? Als ze dichterbij komen. Maar er is heel weinig geschoten, want ze waren al gestopt omdat ze die artillerie gekregen hadden. Waren er al veel doden en gewonden aan hun kant denk ik. Maar dat is een hele ongelijke strijd! Ja dat was dus waar je heel dikwijls mee te doen had. Daardoor gingen wij ons weleens afvragen: wat doen wij hier? De internationale druk neemt toe. Veel landen zijn kritisch op het geweld van het Nederlandse leger. Overal in de wereld verklaren voormalige koloniën zich onafhankelijk. Het moet afgelopen zijn met het kolonialisme. Nederland moet Indonesië erkennen. De Verenigde Naties roept Nederland op de strijd te stoppen. Uiteindelijk geeft Nederland toe en trekken de militairen zich eind 1949 terug. Koningin Juliana erkent de onafhankelijkheid van Indonesië. En Soekarno wordt verkozen tot de eerste President. Ook al is Indonesië nu onafhankelijk, Nederland is vandaag de dag nog steeds verbonden met Indonesië. Zo wonen er veel mensen van Indonesische afkomst in Nederland. En ook in Indonesië vind je veel terug van de lange, gezamenlijke geschiedenis. Dat maakt dat Nederland zowel een beladen als een goede band heeft met het land.