Op de Canarische Eilanden zie je twee verschillende werelden. Aan de ene kant de luxe en comfortabele toeristenwereld waar mensen genieten van het strand, all-inclusive resorts en restaurants. Maar aan de andere kant: de eilandbewoners. Die leven voor een groot deel in bittere armoede. De zuidkust van Tenerife.
Plaatsnamen bekend van de websites van de all-inclusive aanbieders. Los Cristianos, Playa de America, Adige, Los Gigantes. Onbeperkt eten en drinken. Een armbandje dat recht geeft op alles. Maar dat heeft een hoge prijs en die prijs wordt niet door de miljoenen toeristen betaald. Hier vinden de werkende armen een thuis. Velen van hen zijn kamermeisjes. Ze verdienen ongeveer 1300 euro in de maand, maar onder de € 1.000 kun je hier niets huren.
La Laguna in het noorden van Tenerife. Hier lopen de vuilnismannen af en aan. Het stadje op de Werelderfgoedlijst moet wel aantrekkelijk blijven voor toeristen. Hier woont ook de president van de eilanden.
Afgelopen jaar bezochten 16 miljoen toeristen één van de acht Canarische Eilanden en als die trend zich doorzet, zijn het er binnen enkele jaren 17 miljoen.
Veel groei is niet meer mogelijk, maar terugdringen van het toerisme is niet gewenst, vindt Cala Vigo, want volgens hem zijn de eilanden volledig afhankelijk van de toeristen uit Europa. De omzet van de toeristische industrie op de eilanden is € 20 miljard per jaar, maar de Canarische Eilanden zijn de op één na armste regio van Spanje. Het gemiddelde inkomen ligt op ongeveer 1500 euro per maand en veel jongeren wonen thuis tot hun dertigste. Maar de toeristen krijgen daarvan niets mee. Zij zijn heilig verklaard door de industrie en de regering van de eilanden. De nadelen voor de eilanders zijn veel groter geworden dan de voordelen. Carmen Pena Curbelo, lid van de kleine oppositiepartij Drago, denkt dat het omslagpunt is bereikt. Het model werkt niet meer, het massa-is-kassamodel, meer is beter. Op Tenerife, Gran Canaria, Lanzarote en Fuerte Ventura komen de inwoners in opstand.