In het Design Museum in Den Bosch wordt momenteel de nu al veelbesproken tentoonstelling Design van Het Derde Rijk ingericht. Onder leiding van directeur De Rijk en zijn rechterhand Seinen wordt de komende dagen alles op zijn plek gezet en gelegd.
Het straalt een soort kracht uit. Je moet het ook in zijn tijd zien, hè. Dit is ontworpen in 1920, 1921. Alle vlaggen waren nog helemaal vol met kleine frutseltjes en dingen. Dit is een van de allereerste echt heldere herkenbare symbolen. Wat je ook gewoon heel groot op kunt blazen tot gigantische afmetingen en heel klein kan maken en nog steeds is het een helder ding.
Hier merk je dat goed niet automatisch mooi is en andersom. En lelijk is niet automatisch slecht. In welke zin? Je kunt hier zien dat een kwaadaardige ideologie, laten we het daarover eens zijn, dingen geproduceerd heeft waarvan je soms denkt: nou ja, dat is van toen, dat is folkloristisch, dat past vast bij een ideologie die niet deugt. Maar ook, ja, waarvan je moet constateren: dit ziet er fantastisch uit.
In de loop van de week wordt een bonte verzameling artikelen bij het museum afgeleverd. De voorbereiding van deze tentoonstelling heeft ruim een jaar geduurd. We hebben dingen bij elkaar gevonden waar we trots op zijn in verband met elkaar. Ik denk dat de grote winst is dat er een overzicht gegeven wordt, dus geen losse stukken over de beeldende kunst of architectuur. Dat hebben we wel eens gezien, dat kennen we ook wel een beetje, uit boeken. Maar dat in het echt bij elkaar te zien, en dat het de verbanden toont en dat het op zichzelf, die hele periode van die nazicultuur ook weer in de kunstgeschiedenis plaatst. En dat wordt straks de grote winst. Dat we begrijpen wat de rol van het nazisme in de 20e eeuw is geweest.
Eerder waren de samenstellers van de tentoonstelling in Duitse musea op zoek gegaan naar geschikt materiaal. Ze daalden af in depots waar zelden iemand komt. De interesse van de twee Nederlandse onderzoekers richt zich vooral op de vormgeving, het design van het Derde Rijk. Zij gaan vol verwachting de kelders in van musea en instituten.
Wat u vooral interesseert, zijn documenten van 1933 tot 1945. In het bijzonder van de partijorganisatie. Dat interesseert mij het meeste, ja.
Er zitten boeken bij van hoe feesten georganiseerd moesten worden. Daar waren handleidingen voor. Een feest van de NSDAP; eerst dat, die muziek, die vlag, die volgorde, zoveel mensen. Design? Nou ja, dat is vormgeving van een feest. Vormgeving in de breedste zin weliswaar, maar overal waren dus regeltjes voor. En als het goed is staat dat allemaal hierin.
Dan kun je ook denken: nou ja, dat staat hier allemaal braaf in München in de kelders, lekker laten staan en verder niet te veel ruchtbaarheid aan geven. Of wilt u dat juist wel gaan doen? We willen het laten zien en we willen het ook uitleggen. Waar het voor stond en waarom het zo krachtig werd. En op welke manier het misschien wel beslissend was voor de ontwikkeling van het nazisme in Duitsland. En dan zie je een angstaanjagende ontwikkeling die ons heel modern voorkomt. Het is eigenlijk een hele moderne marketingstrategie.
De beheerder van het archief laat ons boeken en tijdschriften zien die de nazi's in het Nederlands uitbrachten. De Stormmeeuw is er zo een, met voor de jeugd puzzels en strips. In een ander boek wordt het jodenvraagstuk besproken. Compleet met afbeeldingen. De Nederlandse delegatie bekijkt wat geschikt zou zijn voor hun tentoonstelling. In Duitsland is zo'n tentoonstelling ondenkbaar.
Ik geloof dat wij in Duitsland nog moeite hebben om het in context te plaatsen, omdat wij dat bij een openbare tentoonstelling nog steeds niet los kunnen zien van de miljoenen slachtoffers.
München kwam zwaar gehavend uit de oorlog, maar er zijn nog nazigebouwen intact. Bijvoorbeeld dit pand waar de administratie van de nationaal-socialisten zat. Nu zit hier het Instituut voor Kunstgeschiedenis. De industriële vormgeving van de nazi's is tastbaar en zichtbaar.
Als kunsthistoricus is het onvermijdelijk, als ik deze deurklinken zie of als ik die zuilengang zie of die deuren of die tafel, dat ik direct weet: dat zijn voorwerpen uit de nazitijd. Nazidesign. Inderdaad.
Industriële vormgeving, zoals in dit gebouw, is straks ook te zien in Den Bosch. Het plan van de tentoonstelling wordt door het Instituut voor Kunstgeschiedenis toegejuicht. Een geweldig idee, fantastisch. We kunnen nooit berusting vinden in het verleden als Duitsers, Nederlanders en Europeanen, als we niet naar het problematische bereik van dat verleden kijken.
Op de tentoonstelling in Den Bosch zijn ook filmfragmenten te zien die een nieuw Duitsland tonen. Modern, strak en bereikbaar voor iedereen. En natuurlijk moeten de Duitsers zich kunnen verplaatsen in het Derde Rijk. Over de dan net aangelegde Autobahn. Met de Volkswagen, het symbool van de vooruitgang die de Duitsers staat te wachten, onder leiding van hun alom aanwezige Führer.
Het wordt wel een heel ander soort tentoonstelling dan we ooit gemaakt hebben. Kijk, iedereen kent deze beelden, iedereen weet wie dit is. Het is het ultieme kwaad. Het is de slechtste man die ooit geleefd heeft zou je kunnen zeggen. En om daar je museummuren voor vrij te maken, dat is een ehm... dat moet heel precies gebeuren.
Het zijn de gebruiksvoorwerpen die de belangstelling trekken van de tentoonstellingmakers. Zoals hier in de kelders van het Haus der Kunst. Oh, kijk, kijk, kijk. Dit is origineel. Het is ontworpen voor het Haus der Deutschen Kunst. Veel mensen begrijpen niet waarom we de spullen van de daders tentoonstellen. Ik vind het belangrijk en eerlijk gezegd vind ik een meubel uit die tijd boeiender om te analyseren: wat betekent het, wat doet het met mensen, dan wanneer ik een SS-uniform zie.
De bezoekers uit Nederland hebben weken mogen rondkijken in de kelders van de verschillende musea. De bereidheid om spullen uit te lenen is groot. Het schild wat hier aan een verwarmingsbuis hangt, kwam eerder deze week in het museum in Den Bosch aan. Net als het bordje 'uitgang' uit het Haus der Kunst. Het toeval wil dat het museum grenst aan de achterzijde van de synagoge van Den Bosch. Aan hun muur hangen drie marmeren platen met daarop de namen van de 293 Joodse inwoners van Den Bosch die vermoord werden.
Het is natuurlijk een wrang feit dat juist de synagoge hier ligt. Tegelijkertijd is het ook bijna een geschenk voor ons om uit te leggen wat de relatie is met het onderwerp van het nazisme wat we tonen. Het is alsof de geschiedenis je hier een klap in je gezicht geeft. Zo zie ik het, je kunt er niet omheen. En dat vinden wij natuurlijk een geweldig gegeven.