Naar de gangkast. Vlug. PAPA!
De oorlog is in Nederland vier dagen aan de gang als op 14 mei 1940 meer dan 50 Duitse bommenwerpers richting Rotterdam vliegen. Precies om zeven minuten voor half twee gooien ze hun eerste bommen op de stad. Het bombardement duurt in totaal maar dertien minuten. Daarin worden 97 duizend kilo bommen gegooid. Iedere seconde vallen er twee bommen. Brisantbommen, die in miljoenen gloeiend hete scherven uiteen vliegen. Daarna staat alles, maar dan ook alles in brand.
Wat niet door de bommen kapot is gemaakt, wordt verwoest in die brand. Duizenden winkels, huizen, cafés, kerken en kantoren branden af. Het oude centrum van Rotterdam gaat in vlammen op.
Mama! Mama…?
Mensen proberen uit de puinhopen nog te redden wat er te redden valt. Maar het is een hopeloze zaak. Het duurt dagen voor de laatste brand geblust is. Vanuit de lucht kun je goed zien dat het centrum van Rotterdam vrijwel met de grond gelijk is gemaakt.
Maar het is nog niet voorbij. De Duitsers eisen dat Nederland zich overgeeft, anders zullen ze nog meer steden bombarderen. Utrecht, Den Haag, Amsterdam, Haarlem. Nederland heeft dus niet zo veel keus. En op 14 mei 1940 om kwart over zeven in de avond geeft Nederland zich over. Na een strijd van vier dagen zijn de Duitsers de baas in ons land.
Ik zei toch dat ik terug zou komen.