De synagoge is het gebedshuis van de joden. Zij noemen het ook wel de 'Sjoel' de school. Op sabbat, die duurt van vrijdagavond tot zaterdagavond, worden twee diensten gehouden. Eén op vrijdagavond en één op zaterdagochtend.
De diensten worden voorgegaan door de rabbijn. Het eerste deel van de dienst bestaat uit het zingen van gebeden. Tijdens die gezangen komen de mensen naar binnen. Die gezangen zijn, net als de rest van de dienst, voor het grootste deel in het Hebreeuws. Dat is de taal die door de Joden in Israël wordt gesproken.
Na de gebeden wordt de thora uit de heilige kast gehaald. De thora is het heilige boek van de Joden. Het is op twee stokken opgerold. Iedere man van de gemeente leest er een stukje uit voor. De mannen dragen een tallith, dat is een gebedsmantel. Het laatste deel van de dienst geeft de rabbijn uitleg van een stuk tekst. Er wordt nog een lied gezongen en aan het eind wenst iedereen elkaar een "Sjabbat Sjalom".