Na eeuwenlange Nederlandse overheersing verklaart Indonesië zich in 1945 onafhankelijk. Nederland legt zich daar niet zomaar bij neer. Er volgt een bloedige strijd, die vier jaar duurt.
Het was gewoon een oorlog. Ik heb daar genoeg mensen moeten doden. Hebt u nog een beetje geteld hoeveel? Nee, dat tel je niet. Maar zijn het er 3 of zijn het er 20? Oh, ja meer.
Hoe kon de strijd zo uit de hand lopen en zoveel slachtoffers maken? Dat ga ik je de komende minuten uitleggen. Na 1900 wordt de Indonesische bevolking zich meer bewust van de Nederlandse koloniale overheersing en dan neemt de roep om onafhankelijkheid toe. De eerste nationalistische leiders staan op. Mohammed Hatta richt in 1922 de Indonesische Vereniging op en Soekarno in 1927, de Partai Nasional Indonesia, PNI. Het Indonesische volk wil onafhankelijkheid. Er is geen vaderland zonder vrijheid en geen vrijheid zonder vaderland. Soekarno’s boodschap en zijn charisma spreekt het volk aan en leidt tot opstanden tegen het Nederlandse gezag. Nederland drukt die met harde hand de kop in en zet Soekarno en Hatta gevangen. Als in september 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en de Duitsers Europa onder de voet lopen breiden de Japanners hun macht verder uit in Azië. Ze veroveren Nederlands-Indië begin 1942. Op 8 maart van dat jaar is de koloniale heerschappij van Nederland over Indonesië voorbij. Alles wat aan Nederland herinnert, wordt uit het dagelijks leven gebannen. Overal verschijnt de Japanse vlag en de klok gaat anderhalf uur vooruit naar Tokyo-tijd. Het wordt ook streng verboden om Nederlands te spreken. En Soekarno en Hatta worden vrijgelaten. Veel Nederlanders worden in kampen opgesloten, maar wie kan aantonen dat hij Indonesische voorouders heeft, wordt door de Japanners niet vastgezet. Deze 'buitenkampers' hebben het overigens niet veel beter. Wij zijn in de gelegenheid u enkele beelden te tonen van een van de meest beruchte kampen van West-Java, het Tjideng-kamp in Batavia. Duizenden Nederlandse vrouwen en kinderen zijn bijna vier jaar lang in kleine huisjes en krotten samengepropt in voor blanken onhoudbare omstandigheden. Omdat de Japanners Indonesië onafhankelijkheid beloven werken Soekarno en Hatta samen met de Japanse bezetters. Zo laat Soekarno zich inzetten bij het ronselen van honderdduizenden jongemannen voor de aanleg van vliegvelden, kolenmijnen en spoorwegen. Zij worden net als veel krijgsgevangen gedwongen om onder heel slechte omstandigheden te werken. De dodenspoorlijn is de bijnaam die de geallieerde krijgsgevangenen gaven aan de spoorweg tussen Birma en Thailand, waaraan zij tijdens de oorlog moesten werken. Op 16 september 1942 begon het werk aan de 415 kilometer lange spoorverbinding. De Japanners maakten hiervoor op grote schaal gebruik van krijgsgevangenen. Per dag stierven er gemiddeld 75 mannen. In totaal stierven zo’n 100.000, voornamelijk Aziatische, arbeiders. Van de geallieerde krijgsgevangenen bezweken er 15.000 aan uitputting, ziekte en ondervoeding. De Japanners maken een einde aan de Nederlandse koloniale overheersing, maar veel goeds brengen ze niet. Uiteindelijk hebben alle bevolkingsgroepen het zwaar te verduren onder de Japanse bezetting. Maar het einde van de Tweede Wereldoorlog komt in zicht. Eerst geeft Duitsland zich over en daarna volgt Japan. Het is het einde van de Japanse bezetting. Nederlanders denken de kolonie dan weer terug te krijgen, ‘ons’ Indië. Maar de Indonesische nationalisten denken daar heel anders over. Na eeuwen van koloniale heerschappij roepen Soekarno en Hatta, 2 dagen na de capitulatie van Japan, op 17 augustus 1945, de onafhankelijke republiek Indonesia uit. Revolutionaire Indonesische jongeren willen dat koste wat kost voorkomen. Ze keren zich tegen iedereen die iets met het oude koloniale gezag te maken had: Nederlanders, Chinezen, maar ook Indonesiërs. Die permoeda’s, zoals ze genoemd werden, van 17, 18 en 19 jaar, die namen dat straatbeeld over. En eerst op een pesterige manier, om ons uit te jouwen, zodat wij ons terugtrokken in onze woningen. Maar later echt schreeuwend en vooral met die aangepunte bamboestokken, dat was eigenlijk het standaard wapen van de mensen, bijna elke knul liep daarmee rond te zwaaien. Om het gezag te herstellen, en meteen een Nederlands gezag, stuurt Nederland tienduizenden soldaten. In februari 1946 eerst oorlogsvrijwilligers, later vooral dienstplichtige soldaten. Dan moet het maar met geweld. De boot lag klaar in Amsterdam. Wij met de trein ernaartoe. Toen kwamen we uit de trein, en grote groepen stonden al klaar. Ze schreeuwden: Moordenaars, ga er niet heen. Blijf thuis. Zo marcheren zij het onbekende tegemoet. Jongens uit Friesland en Limburg, uit Twente, en uit de grote steden van het westen van Nederland. Ze wilden ons opnieuw koloniseren. Daar oesten we ons tegen verzetten. We hebben ons in guerrillagroepen georganiseerd. Op dat moment gebruikten we alles wat we konden krijgen. De situatie loopt zo uit de hand dat Nederland steeds meer militairen stuurt. Op 21 juli 1947 start de eerste zogenoemde ‘politionele' actie. Een woord dat de regering bedenkt om het minder op een echte oorlog te laten lijken. De toestand werd onhoudbaar en de noodzakelijkheid werd ingezien ‘politioneel’ in te grijpen. Op 21 juli 1947 landen de mariniers op Pasir Putih. Dit was een oorlog hè, het waren geen politionele acties. Dat is ook zo’n verzachtende term. Dat is ook schofterig eigenlijk, het is gewoon een bevrijdingsoorlog. De strijd gaat van beide kanten gepaard met extreem geweld. Maar van Nederlandse kant op veel grotere schaal. Ik heb bij het huis van meneer Wira vijf lijken gevonden, maar m’n man was er niet bij. Ik ging naar het hoofdkwartier, waar 60 doden lagen. Daar zei men dat m’n man bij de waterput was. Dus ik ging naar de waterput toe. Daar lagen 60 doden, die in rijen van 20 waren neergelegd. Ik ging zoeken. M’n oom lag er en m’n knecht. M’n man was naar huis gebracht, de anderen konden we niet meenemen. Meneer Umang zei toen: Verzorg de lijken maar snel. Straks komen de Nederlanders weer om ons te bombarderen. De Verenigde Naties uiten felle kritiek op het geweld van Nederland. Onder druk van de VN komt er op 5 augustus 1947 een wapenstilstand. Maar nieuwe onderhandelingen tussen Nederland en Indonesië leveren niets op. De strijd gaat verder en wordt steeds bloediger. Op 19 december 1948 start Nederland de tweede ‘politionele' actie. Hebt u zelf mensen moeten doden? Ja, in situaties dat je komt te staan, van hij of ik en dan heb ik maar één keuze, en dat is hij. En ik niet want ik wil terug naar Nederland. Daar heb ik geen spijt van, want als ik het niet gedaan had, had hij waarschijnlijk mij gepakt. Aan 4 jaar bloedige strijd komt onder druk van de VN, op 27 december 1949, eindelijk een eind. Het kostte zeker 5.000 Nederlandse militairen en zeker 100.000 Indonesiërs het leven. Velen vergeten dat wij gestreden hebben om dit te winnen. We hebben de vrijheid niet gratis gekregen. Nederland erkent uiteindelijk de Indonesische onafhankelijkheid en Soekarno wordt de eerste president van de Republiek Indonesië. -Vrijheid. Jarenlang weet de Nederlandse bevolking weinig tot niets van de gruweldaden van Nederland tijdens die onafhankelijkheidsoorlog. Totdat oud-militair Joop Hueting ze in 1969 onthult. Het zorgt voor veel ophef en kritiek. Ik heb in Indonesië destijds 2,5 jaar gezeten als militair bij de infanterie onder andere bij de inlichtingendienst. En ik heb daar meegedaan aan oorlogsmisdaden en ik heb ze zien verrichten. En om daar een paar voorbeelden van te geven, kan ik u vermelden, dat er Kampongs doorzeefd werden, waarvan niemand destijds de militaire noodzakelijkheid inzag. Dat er verhoren plaatsvonden, waarbij op een afschuwelijke manier gemarteld werd, waarvan ook de militaire noodzaak moeilijk aan te tonen zal zijn. Kort na die ophef, komt er in opdracht van de overheid een onderzoek naar zogeheten 'excessen van Nederlandse militairen' in de strijd. Maar het duurt tot 2022 voor er een veel diepgaander onderzoek verschijnt naar het Nederlandse geweld tijdens de onafhankelijkheidsoorlog. Met de Indonesische onafhankelijkheid verlaten tienduizenden Nederlanders het land. Die Indische gemeenschap krijgt hier geen warm onthaal en voelt zich in de steek gelaten. In Indië waren wij Nederlanders dus wij dachten als wij naar Holland gaan, daar wonen nog veel meer Nederlanders, dus wij komen onder de Nederlanders. Niets van dat alles, Hans. Ze kregen hier te horen van: 'Wat komen jullie hier doen?, Waar komen al die bruintjes vandaan?'. In de serie 'De Indische rekening' kun je zien welke sporen dit heeft achtergelaten en wat voor gevolgen het had voor volgende generaties.