We zijn vandaag in Appingedam. Appingedam ligt in Groningen en hier komen vaak aardbevingen voor. Jullie kunnen mij daar vast meer over vertellen. Wat merk je van zo'n aardbeving? Het klinkt 'n beetje als een harde knal. En alles begint te trillen. Dat is best wel eng. Dat snap ik. Hoe ervaar jij dat? Vind jij het ook eng? Nou, het voelt eigenlijk alsof er een vrachtwagen door je straat rijdt. Alleen dan veel heftiger. Nog heftiger, oké. En kennen jullie ook mensen bij wie er iets kapot is gegaan door een aardbeving? Nou, wij moesten verhuizen omdat we aardbevingsschade aan ons huis hadden. Even een check. Want bij wie van jullie is er allemaal schade aan het huis? Steek even je hand op. Bij bijna iedereen. Eén ding is zeker, de aardbevingen komen doordat er hier naar gas wordt geboord. Ik ben benieuwd hoe dat zit en of we er iets aan kunnen doen.
Aardbevingen komen op heel veel plekken in de wereld voor. Bijvoorbeeld hier, bij Japan. En hier, langs de westkust van Noord- en Zuid-Amerika. En juist daar komen ze voor, omdat de aardplaten daar langs elkaar schuiven. Een aardplaat is eigenlijk gewoon een groot stuk schil van de aarde. Die liggen niet stil, maar ze bewegen een beetje. Dus stel dat deze aardplaat tegen de volgende botst, dan ontstaat er druk en op een gegeven moment wordt die druk zo hoog dat ze in één keer een stuk bewegen. Die plotselinge bewegingen van de aardplaten is een aardbeving.
Hier in Groningen heb je ook aardbevingen. Dan beweegt de aarde ook plotseling. Maar niet doordat de aardplaten bewegen, maar doordat er gas uit de grond wordt gehaald.
Zo'n 300 miljoen jaar geleden zag Nederland, en Groningen dus ook, er totaal anders uit. En leefden dino's, en eigenlijk was het hier een zompig moeras. Als de planten en dieren dood gingen, verdwenen ze in dat moeras. Dat ging miljoenen jaren zo door. En zo is er in de loop der tijd een stinkende laag ontstaan van planten- en dierenresten. 30 miljoen jaar geleden veranderde het klimaat en werd Nederland een woestijn. Er werden lagen zand over de aarde heen geblazen. 20 miljoen jaar later overstroomde het land en was er hier een zee. Die zee heeft ervoor gezorgd dat er een dik pak zout op het zand werd gelegd. In de miljoenen jaren die daarop volgden, werden er steeds meer lagen klei en zand afgezet. Het werd dus een steeds dikker pakket. Door het gewicht van die lagen, werden de planten- en dierenresten onderin steeds harder aangedrukt. Die planten- en dierenresten veranderden door die druk in steenkool. Dat ziet er zo uit. En je kreeg gas. Dat gas steeg naar boven en kwam in de zandlaag te zitten. Het kon niet verder omhoog, omdat het zout inmiddels een dikke harde laag was geworden. En deze laag zand, met het gas erin, zit hier in Groningen op drie kilometer diepte.
In 1959 werd bij Slochteren een heel groot gasveld ontdekt. Iedereen was superblij, want het gas kon je goed gebruiken om te koken of om je huis te verwarmen. Fabrieken konden het gebruiken en ook boeren gebruikten het om de kassen te verwarmen. Er was zoveel gas dat het ook aan andere landen verkocht werd en zo is Nederland heel rijk geworden. Wat men toen nog niet wist, of niet wou weten, is dat bij het winnen van het gas aardbevingen kunnen ontstaan. Het gas zit onder hoge druk in de zandlaag. Het zit in de kleine ruimtes tussen de zandkorrels. Extreem uitvergroot kun je het vergelijken met deze ballonnetjes. Door de druk blijven ze bol staan, kun je er dingen opzetten, maar als je het gas weghaalt... Als het rustig gebeurt, is er niet zoveel aan de hand. Dan zakt alles gelijkmatig. Toch kan het ene stuk grond harder zakken dan het stuk ernaast. En net als bij het bewegen van de aardplaten, kun je ook hierbij plotselinge bewegingen krijgen: aardbevingen.