Doedelzakspeler Pieter van Dreumel: De eerste keer dat ik 'm zelf op de schouder legde was ik 14 jaar.
Wat in feite het meest opvallende is voor mensen aan een doedelzak is het harde geluid. Het tweede opvallende is de constante toon. Met een blaaspijp blaas je de lucht in de zak. Die zak die zorgt ervoor dat jij een druk geeft met je arm, waardoor je constante toevoer hebt richting je geluidproduceerders - dat zijn de bourdonpijpen daar boven - en de chanter, hier beneden waardoor je een constant geluid krijgt zonder onderbreking. Dus het eeuwige geluid dat door mag blijven gaan.
Een doedelzak is voor mij de sleutel naar de komaf; het geluid van de rattenvanger van Hamelen, die kinderen en mensen op straat fascineert, die grote mannen aan het huilen krijgt.
Voice over: De doedelzak is een blaasinstrument dat bestaat uit een zak met verschillende pijpen: Door de mondpijp blaast de doedelzakspeler eerst lucht in de zak. Met zijn arm perst hij de lucht naar de verschillende pijpen. In de mondpijp zit een klepje dat voorkomt dat de lucht uit de zak terugstroomt. De tenorpijpen brengen telkens maar één toon voort? Net zoals de baspijp? Op de 'chanter', de melodiepijp, wordt de melodie gespeeld.
Doedelzakspeler Pieter van Dreumel laat al deze mogelijkheden horen in het nu volgende concert.