Wat gebeurt er eigenlijk in je lijf als je ergens tegenaan botst? Als de botsing maar klein is, dan krijg je een blauwe plek. Dat komt, doordat er tijdens de botsing bloedvaten scheuren, er gaat bloed tussen het weefsel onder je huid zitten. Je lichaam breekt dat bloed zelf weer af. Bij een harde klap kan er een spier scheuren of er kan een bot ontwrichten. Botten zijn heel stevig omdat er kalk in zit. De lijmstof zorgt er voor dat de botten een beetje buigzaam zijn. Er zijn botten in je lichaam die je organen tegen een botsing beschermen. Je schedel beschermt je hersenen en de ribbenkast je longen en hart. Bij een flinke klap kan een bot breken. Een fractuur heet dat. Bijvoorbeeld je sleutelbeen, je dijbeen of je opperarmbeen. In alle gevallen doet het pijn. Auauauauau!!! Onmiddellijk na een botbreuk gaat het lichaam de gewonde plek verdedigen. Er ontstaat een bloedstolsel en er wordt kalk aangemaakt voor nieuwe botcellen. Zo gaat het bot geleidelijk weer vastzitten en wordt het daarna weer hard. Het moet wel goed aan elkaar groeien, daarom wordt alles op zijn plaats gezet en in het gips gedaan, zodat het niet meer kan verschuiven.