Hier is Timo van het Klokhuis kantoor. He jongens, ik heb nog vragen nodig dus, en niet al te moeilijk graag.
Hoe ontstaat een regenboog?
Pittige vraag. Zouden ze misschien vanaf de maan met hele lange verfkwasten en viltstiften bezig zijn?
Nee ik denk het niet.
We laten het onze kleurrijke Bart het wel uitzoeken, want hij weet echt alles. Bedankt hoor!
Een regenboog heb je natuurlijk niet zomaar. Allereerst heb je een flinke regenbui nodig, de zon en dan moet je ook nog precies op de goede plek staan. Die zon hebben we, maar die regenbui.. Wacht. Ik weet wel iets. Dat is geregeld. Die regenbui komt eraan, maar eerst is het belangrijk om te weten wat licht nou precies is. Wit licht is een verzameling van kleuren. Normaal gesproken zie je die kleuren niet, want al die kleuren bij elkaar is wit. Als je dat witte licht schuin op een doorzichtig voorwerp, bijvoorbeeld glas of water, laat vallen dan buigen die lichtstralen een beetje. Wat ik hier heb is een prisma, een driehoekig stuk glas. Als het licht hierop valt, wordt het als het ware uit elkaar getrokken. Met deze opstelling hebben we een aantal prisma's tegen elkaar aan gezet zodat die stralen nog verder buigen. Dit is de lichtbron, en let op, het witte licht wordt uit elkaar getrokken en de kleuren van een regenboog ontstaan. Bij een druppel kan het ook gebeuren. Het licht valt erin, wordt weerkaatst door de achterkant van de druppel en verlaat de druppel weer. Het licht wordt niet alleen weerkaatst, maar buigt ook een beetje. Bij het invallen van de druppel en het verlaten van de druppel. Je ziet al een boogvorm. Dat komt omdat het licht tegen de achterkant van de druppel niet alleen naar beneden weerkaatst, maar in een cirkel. Stel nou dat dit een druppel uit een wolk is, dan zou je precies hier moeten gaan staan om die regenboog ook echt te kunnen zien. Niet te hoog, niet te laag, niet te ver naar links, niet te ver naar rechts. De hoek is heel erg belangrijk. Hier heb ik hem. Ja hallo. De regenboog is er? Top, ik kom eraan. Woehoe daar is ie, de regenboog. Kijk nou, mooi man. Helemaal van onder naar boven en weer naar beneden. Het klopt precies. Ik sta met mijn rug naar de zon en met mijn gezicht naar de regenbui. Bij iedere druppel weerkaatst het licht van de zon. Tegen de achterkant van de druppel breekt het licht en zie we die prachtige kleuren. De hoek waarin je naar de regenboog kijkt is heel erg belangrijk. Van lang niet alle druppels komt het licht in mijn oog terecht. Van deze druppels niet, deze ook niet. Van deze druppels valt het rode licht precies in mijn ogen. Dat verklaart ook waarom het een regenboog is. De rode kleur valt onder deze hoek in mijn oog. Dat geldt ook voor daar, en daar. Alleen onder deze hoek is rood te zien. Niet deze hoek en ook niet een grotere hoek. Precies deze hoek. En daarom is het een boog.