Als we willen blijven genieten van kersen en frambozen, paprika's en courgettes, dan hebben we de bij hard nodig, want de bij die zorgt voor de bestuiving van zo'n 80 procent van alle eetbare gewassen en 90 procent van alle wilde planten. Maar er zijn er steeds minder van. Al vind je ze soms op onverwachte plekken. Goeiemorgen Koos. Hee, hallo. Ik dacht wij gaan het over wilde bijen hebben, wij gaan afspreken in een natuurgebied. Maar je hebt me meegenomen naar een industrieterrein. Ja ja, en dat is voor heel veel bijen een van de weinige plekken waar ze nog goed kunnen leven. Want we hebben in Nederland heel weinig natuur. Dertien procent of zo. Vaak ook nog van slechte kwaliteit en het gebied daartussenin, grotendeels landbouw, ja, da's een soort woestijn. Daar is niks te vinden. Oke, maar als ik een wilde bij zou zijn, dan zou ik toch als ik kan kiezen tussen een rustig stil natuurgebied met beekjes en bomen, dan zou ik eerder dat kiezen dan een industrieterrein hier. Een bij, is gewoon, die leeft en die zoekt voedsel en een nestplek, moet zorgen dat ze niet opgegeten wordt. Dus je moet overleven en je voortplanten. Dat is het. Of dat nou natuur is of niet maakt ze helemaal niet uit. Oke. Maar je moet wel de randvoorwaarden hebben om dat allemaal te kunnen doen. En wat zijn die? Dat gaat natuurlijk om een gezonde omgeving. Dus geen gif en geen dat soort dingen. Diversiteit van bloemen. En een nestplek. En dat is bijvoorbeeld kale grond. Dus die kale grond zoals hier, die is vrij zeldzaam. Dus nestplek is best moeilijk te vinden in veel gebieden. Dit soort industrieterreinen vormen voor bijen een hub om van de ene naar het andere natuurgebied te komen. Dit terrein in Oegstgeest is een tussenstop om bij natuurgebied Klinkenbergerplas te komen. De plas ligt helemaal ingeklemd tussen steden en landbouwgebied. Dit soort plekken zijn wel heel hard nodig om dus die stap te maken tussen het ene natuurgebied en het andere. En daar kunnen dit soort plekken heel erg bij helpen. Ook de wegbermen. Ja, van die linten. Ja, dat je eigenlijk een soort goed groene route krijgt. Ook al is ie dan een beetje zo slordig zoals hier. Zeker. Koos neemt Elizabeth mee naar Naturalis. Daar liggen zo'n achthonderdduizend tot één miljoen bijen in het depot. Heb je hier ook soorten die bijvoorbeeld zijn verdwenen in Nederland? Ja, die hebben we wel. Absoluut. Dit is een hele mooie grote hommel. Die heet de grote gele hommel, de grote gele hommel. Ja, hij is niet meer zo geel als ie in het wild is. Die is in Nederland voor het laatst gezien in 1984 in Staphorst. Oh. Vroeger kwam die overal in Nederland eigenlijk wel voor. In 1950 ook in hier in de regio Leiden. Als ik hem nu wil zien moet ik naar Noord-Schotland, naar de Hebriden. Daar heb je ze nog. Daar heb je ze nog. En deze hommel heeft een hele lange tong en is afhankelijk van klaver, van klavervelden. En die hadden we vroeger heel veel, toen we paarden hadden in plaats van auto's. Toen werd de klaver verbouwd als paardenvoer. Voedsel voor de paarden. En nu hebben dat niet meer. Nu hebben allemaal intensieve landbouw. Oke. Maar in Noord-Schotland op de Hebriden heb je nog een heel groot systeem met allemaal bloemen waar die hommel het nog goed doet. Wat is er nou nodig om die bijenstand te herstellen? Nou, eigenlijk een systeemverandering. Da's tuurlijk heel moeilijk, want je kan niet een stukje veranderen, maar je kan ook als burger best wel veel doen, want je bent een stemmer. Je bent een consument, je hebt een tuin of je kan iets aanleggen. Dus planten aanleggen. Bijenhotels helpt ook een beetje. Maar denk wel aan het grote plaatje. Ja. Achter het industrieterrein bij Oegstgeest is daar alvast een begin mee gemaakt. En meteen blijkt: het werkt. Zal ik die hommel vangen? Ja leuk! Oh, heb je hem? Ja, wat is het voor een? Ja, dan moet ik even kijken. Oh nee. Ja is een hommel. Heb je niet voor niks je potje meegenomen, Koos. Zeker. Wil jij hem erin doen? Da's goed. En dan zit ie. En dan ga je nu het deksel d'rover schuiven zodat die hommel erin blijft. Ja, wacht even, m'n dekseltje viel. Ja, de eerste keer is dat eh... Dat vindt ie niet leuk hoor. Dat komt goed. Goed volk. Nou zo doe je dat he. Zo simpel is het. Wat een mooie. Mooi he. Kun je nu zien wat voor soort precies? Ja, dat weet ik wel. Dit is een steenhommel. Een steenhommel. Ja. En die ga ik niet pakken, want dit is een koningin steenhommel, die zou me steken. Oh echt? Goed dat ik dat nu pas weet. Precies. He en hierachter hebben jullie dus iets gecreëerd, een soort bijenparadijs. Ja. Zal ik hem weer loslaten? Zullen we dat dan daar doen? Op de mooie plek? Is goed, gaan we hem naar het paradijs brengen. Oke, goed. Kijk, dan gaan we van dit terrein. Oh wauw. Oh wat een mooi plekje. Nou, we zijn nu in het bijenparadijs. Dan mag ze weer los he. Da's goed. Het is een koningin dus die moet weer terug naar de troep. Ja. Nou die gaat wel vliegen. Even meedraaien. Daar gaat ze. Nou moet ze even opwarmen. 't Is een beetje koud. En wat is hier nou actief gedaan om het aantrekkelijker te maken voor wilde bijen? Bramen zijn supergoed voor bijen. Ja, braamstruiken zijn goed. Er zitten welhonderd soorten bijen en zweefvliegen op bramen. Dus die dat zijn bloemen met heel veel nectar. Nou ja, da's hartstikke goed voor bijen. Hier komen de margrieten. Ja, die vinden ook bijen en zweefvliegen hartstikke leuk. Ja grote bloemen. Ik zou het nog wel leuk vinden als we nog een zeldzame bij vandaag zien. Ja, nou heb ik in deze kou al een hommel voor je gevangen en wil je nog meer? Ja. Maar helaas. Alleen wespvliegen, pyjamavliegen en andere bijenlook-a-likes in het net. 360 bij soorten hadden we in Nederland. De helft daarvan is bedreigd. Denk jij dat met dit soort initiatieven die bij weer, ja die bijenstand weer hersteld kan worden? Nou, met dit soort initiatieven brengen wij, zeg maar de basiskwaliteit van de natuur omhoog. Wat ik al zei we, hebben heel weinig natuur en heel veel landbouw en bewoond gebied. Als we daar de kwaliteit omhoog brengen hebben die soorten die van natuurgebieden afhankelijk zijn het ook beter. Maar redden we het met alleen maar de goodwill van de mensen die plantjes op hun balkon zetten? Nee. No way. Nee, want waarom zijn die bijen bedreigd? Landbouwgif. Weinig gebied. Intensieve landbouw. Veel stikstof. Dat soort dingen. Dus we moeten echt die landbouw omgooien. Zodat wij hier in gewoon in zo'n stukje van driehonderd meter weer gewoon drieëntwintig soorten vangen in plaats van geen. Precies. Ja, inderdaad.