Vetzak! Koppie krauw! Lekker ding! Papegaaien staan bekend om hun uitgebreide en nogal directe vocabulaire. Ze kunnen praten. Dat doen ze met een orgaan dat de ‘syrinx’ heet. Syrinx!
De syrinx bestaat uit een aantal spierringen onderaan de lange luchtpijp. Door deze spierringen afzonderlijk samen te trekken of te ontspannen gaan de wanden van de luchtpijp trillen. Zo gaat ook de lucht vibreren in de luchtpijp, en dan komt er opeens geluid uit dat mooie keeltje. Lorre wil een koekje. En door zijn uitstekende beheersing van de syrinx, heeft de papegaai een grotere woordenschat dan de meeste Nederhoppers.
In het wild praten de sociale papegaaien onderling gewoon papegaaien. Pas als ze met mensen in contact komen, barst de spraakwaterval echt los. Eerst imiteren ze geluidjes, en als het baasje daar leuk op reageert, gaan ze babbelen. Ze produceren geen filosofische betogen, maar papegaaien lekker hun baasje na. Daarbij linken ze hun woordjes aan bepaalde handelingen. Als je aan een ijsje likt zegt je papegaai misschien ‘lekker ijsje’, maar dat doet hij ook als je aan de microfoon van je karaoke installatie likt. Het zal hem worst wezen.
De beste manier om je papegaaiende aandachttrekker het zwijgen op te leggen, is door hem dat koekje te geven waar hij steeds om vraagt. Alhoewel... ‘Lorre wil nog een koekje.’