Je kent het wel, je ligt 's nachts heerlijk te slapen. En ja hoor, daar is die, de mug. Ja, en het ergste is pas als je hem niet meer hoort, want dan weet je het wel. Jeuk. Ah oh! Of je hebt zo'n vervelend lebeltje, wat kriebelt in je nek en je wordt er helemaal gek van. Of je hebt zo'n plekje op je rug, waar je net niet bij kan. Ja, en dan helpt eigenlijk maar een ding, namelijk krabben. Ja, heel herkenbaar, zeker voor Yannick, want die vraagt zich namelijk af waarom is krabben eigenlijk zo lekker? Nou Yannick, opgelet. Want die jeuk van de muggenbult, of dat lebeltje in je nek ontstaat namelijk doordat op die plek een jeukzenuw in de huid geprikkeld wordt. En die geeft weer een signaaltje naar de hersenen. Hé! Er is iets niet in orde, krabben maar. Let's go. En daarbij komt het stofje serotonine vrij in je hersenen. Nou, dat is eigenlijk een soort natuurlijke pijnstiller. Een beetje een aspirientje voor je hersenen. Maar het is ook een gelukshormoon dat zorgt dat je dat ook lekker vindt. En daardoor denk je laat ik even lekker gaan krabben. Ja. Ja, maar wanneer je aan die muggenbult gaat krabben, krijgt je afweersysteem een wake-upcall en denkt dat ze nog meer antistoffen moeten gaan maken. Nou en zo blijf je maar eindeloos krabben. Yannick, nu zal je wel twee keer nadenken voordat je weer aan die muggenbult gaat krabben.