Voor het samenstellen van verven gebruikten men vroeger stoffen uit de natuur. Tegenwoordig worden vooral synthetische grondstoffen gebruikt. De grondstoffen van de sneldrogende verf worden in zo'n soort machine gemengd.Het belangrijkste is het bindmiddel. Dat zorgt voor de vorming van een droge, harde verflaag.
Vroeger gebruikte men eiwit, plantenslijm of zelfs bloed als bindmiddel. In deze verf worden 2 synthetische polymeren gebruikt. Het oplosmiddel zorgt ervoor dat de polymeren in het bindmiddel goed oplossen. Het verdampt wanneer je de verf gebruikt. Verf kan ook nog hulpstoffen bevatten. Die zorgen er bijvoorbeeld voor dat de verf niet gaat schuimen en dat je het goed kan uitstrijken.
Er zijn twee manieren waarop verf kan drogen. Bij fysische droging vindt geen chemische reactie plaats. De lange polymeren van het bindmiddel zijn opgelost in het oplosmiddel. Tijdens het verven verdampt het oplosmiddel en de onveranderde lange polymeerketens blijven als een film achter.
Chemische droging verloopt meestal langzamer. Dit komt omdat naast het verdampen van het oplosmiddel ook nog een chemische reactie moet plaatsvinden waarbij polymeren ontstaan die voor de binding in de verflaag zorgen. Deze droging is wel te versnellen door bijvoorbeeld de temperatuur te verhogen of door een katalysator toe te voegen.
In sneldrogende autoverf zit een zeer reactieve katalysator. Deze katalysator wordt pas actief na bestralen met UV licht. De korte polymeren worden door een chemisch proces heel snel aan elkaar verbonden. Uiteindelijk ontstaat dan een sterke, droge verffilm.