Het spitten van de grond is heel belangrijk op die manier zorg je ervoor dat de grond luchtig blijft en er voldoende zuurstof bij kan. En wanneer spit je nou? Dat is ook niet heel moeilijk. Het ligt er helemaal aan wat voor soort grond je hebt. Als je nou kleigrond hebt, zware grond, klei of leem, dan spit je bij voorkeur in het najaar of als de winter begint. En bij de lichtere gronden zand en veen, dan zorg je ervoor dat je spit in het begin van het voorjaar. Spit ongeveer 1 spade diep en zorg ervoor dat het onkruid ondergespit wordt zodat het verstikt. Daarna kun je je grond verrijken met bijvoorbeeld compost, mest en kalk als dat nodig is. Kalk gebruik je om de Ph waarde van je grond te verhogen en je kunt heel makkelijk te weten komen of dat nodig is voor jouw tuin door een beetje grond op te sturen naar een laboratorium voor bodemonderzoek. Compost gebruik je door om structuur van je grond te verbeteren waardoor de luchtigheid ook beter wordt en de samenstelling. Dit is koeienmest maar je kunt ook paardenmest gebruiken of andere meststoffen. Zorg dat er genoeg voedingsstoffen in de grond komen. Wacht met spitten altijd op een vorstvrije periode anders kom je niet door de grond heen. Ook het aanleggen van je moestuin begin je na de vorstperiode. En je kunt dan beginnen met het zaaien van zaadjes en dat kan binnen al vanaf februari. Hier heb ik snijbiet of bloemkool en vanaf maart kan je al buiten zaaien. Ieder gewas heeft zijn eigen periode van zaaien, dat kan je op het zakje vinden of op het zaai en oogst schema wat je op de website kunt zien. Daarnaast kun je ook plantjes kopen en die direct in de grond zetten zoals bijvoorbeeld dit slaplantje. Om het hele jaar door van je tuin te kunnen eten is het handig dat je een teelplan maakt. En daarmee maak je een schets van je tuin met de afmetingen ervan en deel je je tuin op in vakken. Je maakt bedden van 1 tot 1,2 meter breed zodat je er goed bij kan en niet op de bedden hoeft te staan. De ene groente haalt meer voedingsstoffen uit de grond dan de andere. Om te voorkomen dat de grond arm wordt aan voedingsstoffen kun je gebruik maken van een roulatiesysteem in vakken. Zo kun je het ene jaar in het ene vak aardappelen poten en het andere jaar in een ander vak. Verbouw niet altijd op dezelfde plek dezelfde groente want dan verarm je de grond en heb je meer kans op ziektes. Een eenvoudig vakkenschema bestaat uit vier vakken bijvoorbeeld wortelgroente, bladgroente, koolsoorten en vruchten. En als je deze groente elk jaar een vak opschuift houd je de grond in goede conditie. Het is handig om een middenpad te maken en zijpaden tussen de groentevakken zodat je eenvoudig kunt zaaien, oogsten en de groente kunt verzorgen. Als je gaat beginnen met zaaien en je bent net bezig met je moestuin kan het lastig zijn om te bepalen hoeveel zaad je nou precies moet gebruiken. Als je in een keer een heel zakje slazaad zaait, heb je ook in een keer 100 kroppen sla die klaar zijn en de rest van het seizoen misschien niks meer. Dus het is beter om verspreid te zaaien, 2 of 3 keer met een tussenperiode zodat je ook verspreid kunt oogsten. Er zijn een aantal groentes die makkelijk zijn om te verbouwen en die relatief weinig eisen stellen en het bijna altijd doen. Voorbeelden daarvan zijn bijvoorbeeld bonen, courgettes, snijbiet, andijvie, sla. Sla kun je bijvoorbeeld 2 of 3x oogsten en is vaak na 4 of 5 weken al klaar. Deze gewassen bieden de grootste opbrengst is verhouding tot de tijd die het kost om ze te laten groeien en de ruimte die ze innemen.