Als ik thuis het konijnenhok verschoon, val ik vaak even stil.
Want tussen brokjes en de waterfles weet ik heus wel het verschil.
Maar het gaat mis bij die gedroogde sprieten.
Oh, ik twijfel zo.
Want welke van de twee is hooi en welke is nou stro?
Mijn vader zei ‘t is simpel:
Hooi, dat is wat je konijn ontbijt
En stro gaat onder in de kooi, dat kun je zien als zijn tapijt.
Hooi is met de ho van honger, dat is dus om te eten.
Stro is met de stro van stront, en daar wordt op gescheten.
Hooi is gedroogde sprieten gras, dun en groen en fijn.
Stro zijn gele tarwestengels en lekker warm voor het konijn.
Hooi is met de ho van honger, dat is dus om te eten.
Stro is met de stro van stront, en daar wordt op gescheten.
Je kan zeggen: nou zeg, stront, stront dat zeg je niet. Maar stront mag best wanneer het nut heeft.
Zoals stront heeft in dit lied.
Hooi is met de ho van honger, dat is dus om te eten.
Stro is met de stro van stront, en daar wordt op gescheten.
En heb je nou een olifant, een paard, een koe of geit?
Dan werkt het ook zo:
Hooi is eten en stro is waar-ie op schijt.
Hooi is met de ho van honger, dat is dus om te eten.
Stro is met de stro van stront, en daar wordt op gescheten.
Stro is met de stro van stront, en daar wordt op gescheten.