Mali, het land waar iedereen familie van elkaar is. Tenminste, dat is in het begin wel de indruk die je krijgt, want Malinezen zeggen heel vaak dat ze broers en zussen zijn van elkaar, terwijl ze niet eens dezelfde vader en moeder hebben. Ja, neven en nichten bijvoorbeeld, die noemen elkaar ook broer en zus. En tantes en ooms, die noemen ze heel vaak gewoon vader en moeder. Tja, er is iets raars aan de hand met families in Mali.
Kijk, hier bijvoorbeeld: het Neven en Nichten Feest. Op deze dag mag je je neven en nichten gevangen nemen. Ja, kijk, kijk, kijk: hier gebeurt het. Je mag je neef of nicht vastbinden en om weer vrij te komen, moeten ze je een cadeautje geven. Het lijkt misschien gewoon een grappig spelletje, maar er zit wel een diepere betekenis achter. Het laat zien hoe belangrijk familie is in Mali. Zonder familie ben je niks. En wat ook heel bijzonder is in Mali, is dat je een Malinese familienaam krijgt als je er reiziger rondtrekt. “Nen djámoe” noemen ze dat. Tja, het is alsof je zonder Malinese familienaam niet bestaat of dat ze gewoon niet weten hoe ze met je om moeten gaan.
Om het nog mooier te maken: in Mali kunnen mensen die niets met elkaar te maken hebben toch broers van elkaar zijn. Tja, gewoon omdat in Mali de volkeren ook broers van elkaar kunnen zijn. Dat is raar hè? Neem nu de Dogon en de Bozo, twee verschillende volkeren. De ene zijn boeren en de andere zijn vissers. Nou, en de Dogon en de Bozo zeggen, dat ze elkaars broers zijn. Nou, dat zeggen ze niet alleen, ze gedragen zich ook als echte familie. Zo mogen Bozo- en Dogon-mensen nooit met elkaar trouwen en een Dogon en een Bozo zullen elkaar altijd helpen, ook al hebben ze elkaar nog nooit gezien.
Naast dit aparte familieding is er nog iets bijzonders aan de mensen in hoe ze met elkaar omgaan in Mali. Ze plagen elkaar veel. Nou, in het begin weet je gewoon niet wat je hoort! Mensen die elkaar totaal niet kennen spreken elkaar aan met “hé slaaf!” of “hé bonenvreter!”. En pas na een tijdje begin je in te zien, dat die beledigingen en pesterijen niet zomaar gezegd worden. En dat niet zomaar iedereen dat bij iedereen mag doen. Nee, het mag alleen bij bepaalde gevallen. Alleen als er sprake is van een zogenaamde plaagrelatie. En daar zijn er nou juist heel veel van in Mali.
En er zijn niet alleen maar plaagrelaties in de familie zoals tussen kinderen en hun grootouders, maar ook tussen hele families, zoals bijvoorbeeld tussen de Koné’s en de Traoré’s. Als een Koné en een Traoré elkaar tegenkomen, nou, dan weet je niet wat je hoort! “Hé slaaf van mij!” of “hé arme luis!”. En toch zal er nooit ruzie van komen. De families, die kennen elkaar namelijk al zo lang, dat ze die vriendschap nooit op het spel zouden zetten. Dat is natuurlijk leuk voor als je op reis gaat. Dan kom je altijd wel iemand tegen met wie je een plaagrelatie hebt. En dan is het ijs meteen gebroken! Zelfs op een plek waar ze nog nooit zijn geweest vinden Malinezen snel een broer of een zus. Die plaagrelaties smeden een hele bijzondere band tussen de mensen. Belangrijk in een land als Mali met zoveel verschillende volkeren. Ik heb het al gezegd: zonder familie ben je helemaal niets in Mali! Je bent dan een vreemdeling, niemand.