In Indië komen er steeds meer Nederlanders die kritiek hebben op de slechte behandeling van de bevolking. Ze vinden dat de kolonie niet alleen mag worden gebruikt om geld te verdienen en de bevolking uit te buiten. De mensen daar hebben ook recht op ontwikkeling. En dus moet ook het geld verdiend in Indië daar worden uitgegeven. De Nederlandse Regering raakt overtuigd en laat wegen en spoorwegen aanleggen, bouwt ziekenhuizen en scholen. Een kleine groep Indiërs studeert aan de universiteit. Daar leren ze over democratie, vrijheid en onafhankelijkheid. De studenten raken ervan overtuigd dat ook Indië onafhankelijk en vrij moet zijn. Twee van hen, Soekarno en Hatta, worden de leiders van die beweging. Ze willen niet langer tweederangsburgers zijn in hun eigen land. Ze willen hun land zelf besturen.
De eisen van Soekarno en Hatta gaan de Nederlandse Regering veel te ver. Bovendien zorgen ze voor grote onrust. De Regering heeft maar één antwoord: “opsluiten die mannen!”. Soekarno en Hatta worden jaren vastgezet. Maar ze hebben een beweging in gang gezet die niet meer te stoppen is. Toch willen de Nederlanders de kolonie niet opgeven. Ooit zal Indië zelfstandig worden, maar hoe en wanneer, dat maakt Nederland uit.
Alles verandert wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Die zal de verhouding tussen Nederland en de kolonie definitief veranderen.