Hier aan tafel oma Dekker. Ze heeft een kookboek geschreven. Het heet: Alles lekker met oma Dekker. Oma Dekker, van harte welkom. Dank je wel, jongen. Als ik het goed begrepen heb, zegt u eigenlijk dat alles lekker wordt met uw recepten? Dat klopt. Het gaat er namelijk helemaal niet om wat je klaarmaakt, maar hoe je iets klaarmaakt. Ja, oké, maar sommige dingen lust je toch gewoon niet? Niet als ik ze klaarmaak. Ik had begrepen dat jij bijvoorbeeld geen spruitjes lustte? Ja. Spruitjes vind ik al m’n hele leven hartstikke vies. Ik zou willen zeggen, eet smakelijk lieverd. O nee. Ik lust dit echt niet. Probeer het nou maar. Vooruit, eentje dan, omdat u mijn gast bent. Nou? Dit is… Huh? Wacht ‘s even... Dit is… hartstikke lekker! Alles is lekker met oma Dekker. Hoe kan dat nou? Ik kook ze altijd in een klein beetje suiker. Volgende bordje, Berny! Coming up. Wie lust er geen spercieboontjes? Me, yuck. Kijk ‘s knul. Deze zijn speciaal voor jou. Eentje dan. Agh.. Vies? Dit is yummy! Ik heb nog nooit zoiets lekkers geproefd! (VERBAASD) He?! Gewokt met een klein beetje boter, wat kaneel en suiker. U kookt alles met suiker! Zo kan je zelfs poep lekker maken. Nou, leuk dat je d’r over begint. Eh… Berny? Kijk. Vanmorgen heb ik dit klaargemaakt. Getsie! Dit meent u niet. Het gaat erom hoe je het klaarmaakt, he? Nou laat es proeven. Hoe haat toch niet echt… Mmmmm! Verrukkelijk hoor. Goed gelukt. Gatsie! Ik heb ‘m gemaakt… van ontbijtkoek! Ontbijtkoek? (LACHT) Ja! Hij is heerlijk. Probeer maar, Opper! Mmmm! Hij is inderdaad geweldig! (LACHT) Ik zou heel graag mijn volgende kookboek aan jou willen opdragen, mag dat Opper? Dat zou een eer zijn! Hoe gaat het heten? Alles helemaal Opperdepop. Wow, haha. Dames en heren, oma Dekker! (APPLAUS)