♪Hallo daar ben ik weer, ik ben Flip de Beer, bij wie mag ik logeren? Wie is dat deze keer?♪
Hallo allemaal, vandaag mag ik met Anna mee. We gaan luisteren naar een orkest. Kijk. Ohooh, wat een mooie muziek! Zie je al die instrumenten, dat is haar vader. Dat is Anna’s vader, die speelt trompet. En dat is de dirigent. Daar moet je heel goed naar kijken. Want dan weet je precies hoe je moet spelen.
Oh, oh, het ging even niet goed. Hij wil dat ze het anders spelen. Dit is een contrabas. Er zijn allemaal verschillende instrumenten in een orkest. Dit is een fagot.
En dit is de trompet van de papa van Anna.
Oh, ze stoppen weer, want de dirigent gaat weer iets uitleggen. En wij moeten eigenlijk weg. Dag. Tot ziens. Want nu moet Anna zelf spelen! Anna speelt viool. En dat is best moeilijk. Hoe weet ze nou precies wat ze moet spelen? Ik zie in het boek wel allemaal kleurtjes staan. Wat zou dat betekenen? Geel en rood.
Wow!
Met mijn tweede had ik al een viooltje en met mijn vierde ging ik gewoon echte stukken spelen. En echt in de boekjes. En gewoon…
Zo jong al! En wat betekenen die kleurtjes nou? De E is geel, A is rood en bruin is D. Oh, dus de kleur is een snaar? Maar die cijfers dan? Dan weet ik ook de vingers. Welke vinger? Laat eens zien? De eerste, de tweede, de derde, de vierde.
1, 2, 3, 4, oh.
Ik speel eigenlijk een uur voor studeren en… Wow, een uur? Elke dag? Ja. Dit is voor te stemmen. Oh, die kleine knopjes. En dit is om de snaren los te maken. Oh, dat zijn grotere knoppen. En dat witte aan die stok? Dat is van paardenstaart. En dat knopje? Ja, dat is om het haar losser te maken en strakker. Als je het heel erg losmaakt, gaat die haartjes eruit, maar als je het heel erg strak doet, dan kan het misschien kapot gaan.
Hé, mag ik het een keer proberen?
Oh, oh, oh, en dan moet ik ook nog naar die kleurtjes kijken hè. Dit is wel heel veel. En je moet de stok goed vasthouden. En dan nog die andere vingers erbij. Dit is echt moeilijk! Pfoe. Nou, ik vond het wel heel erg leuk hoor! Dankjewel. En tot de volgende keer!