Ja jongens en meisjes, leg allemaal je pennen maar even neer.
We gaan een lied zingen.
Is niet moeilijk, het is zelfs makkelijk.
Want alle woorden die we zingen eindigen op luk. Maar je schrijft lijk.
Of was het nou…luk…lijk…
Ik weet het even niet meer.
Je hoort: ik ben zo vroluk (vrolijk)
Je hoort: die wond is pijnluk (ja pijnlijk)
Je hoort: die kleur is leluk (heel lelijk)
Je hoort dan LUK waarschijnluk (luk luk luk)
Zo is het ook met moeilijk
Met kwalijk en met heerlijk
Met dierlijk en met sierlijk
Ik vind het ook niet eerlijk
Bij die woordjes, stuk voor stuk
Zie je LIJK, maar zeg je LUK
Zie je LIJK, maar zeg je LUK (luk luk luk)
Dus heb je -LUK gehoord
Aan het einde van een woord
Dan denk je voortaan:
Kijk
Dat woord schrijf je met -LIJK
Dus heb je -LUK gehoord
Aan het einde van een woord
Dan denk je voortaan:
Kijk
Dat woord schrijf je met -LIJK
En ja jongens, pak jullie pennen maar weer even want nu begrijpen jullie het natuurlijk he.
Dus je zegt luk, maar je schrijft lijk.
Vrolijk, pijnlijk
Lelijk, waarschijnlijk
Moeilijk, heerlijk
Sierlijk en oneerlijk
Je zegt luk, maar je schrijft lijk
Dus heb je -LUK gehoord
Aan het einde van een woord
Dan denk je voortaan:
Kijk
Dat woord schrijf je met -LIJK
Dus heb je -LUK gehoord
Aan het einde van een woord
Dan denk je voortaan:
Kijk
Dat woord schrijf je met -LIJK
(En daar komt ie nog een keer)
Dus heb je -LUK gehoord
Aan het einde van een woord
(Hebben we het allemaal een beetje begrepen?)
Dan denk je voortaan:
Kijk
Dit woord schrijf je met -LIJK
Dat lukt me wel!
Dat lijkt me wel, toch?
Heel goed, dan gaan we het allemaal nog een keertje doen
Zingen allemaal
Komt ie!
Dus heb je -LUK gehoord
Aan het einde van een woord
(Wat klinkt dat heerlijk!)
Dan denk je voortaan:
Kijk
Dit woord schrijf je met -LIJK
Dus heb je -LUK gehoord
Aan het einde van een woord
Dan denk je voortaan:
Kijk
Dit woord schrijf je met -LIJK