Kijk hier zie je mij met een oude maat van mij. Dat is Leen. Hij studeerde diergeneeskunde toen ik geneeskunde studeerde in Utrecht. Ik heb getwijfeld tussen veearts of dokter. Ja. Nu kon ik een ochtend met hem meelopen. Die zie je ons samen. Kijken of jullie de goede keuze maakten. Ja, de proef op de som. Ik ben benieuwd. Ik ook. Lekker op de boerderie. Hai, ben jij de boerin hier? Ja. Bij elk bedrijf doen we kleren van de boer aan. Ja. Omdat we van het ene bedrijf naar het andere bedrijf gaan. Dan wil je geen ziektes meenemen van boer A naar boer B. Wat is de bedoeling, Leen? We gaan bij vijf schapen bloed aftappen. Deze proef nemen we voor een ziekte die in Nederland niet hebben, maar om te zorgen dat we die ook niet krijgen, moeten we steekproefsgewijs bij wat dieren bloed tappen om te kijken of we er vrij van zijn. Voordat het bloed van de schapen in het lab kan worden onderzocht, moeten ze eerst gevangen worden. Hallo, dames. succes! Hallo. Ik ben niet eng als dat ik lijk. Owowowoww aah! Liggen blijven. Ik prik in zijn hals, daar loopt een mooi bloedvat. Is er een manier om ze te pakken die slimmer is dan wat ik net deed? Kijk maar naar haar. O, de staart. Pak de staart erbij. Je gebruikt je knieën, dan druk je ze zo in een hoekje. Ja. Zo. Je hand onder zijn kop. Hooo! Ah! Oh, man! En het nummer is 14257. Nu is het mijn beurt om te prikken in het goede bloedvat. 256 hadden we gehad? En het buisje erin te steken. O, Leen, soepel man. Jij legt ze op de kop? Je kunt een schaap op zijn kont zetten. O, ja. Rustig, rustig. Top. Laat je de stuwing los. Naald eruit. Dit is nummer 14256. Ik heb mijn eerste buis zelf getapt schapenbloed. Geen goed, he? Oke. Goed, meissie, goed gedaan. Wat gaan we nu doen? Een kalfje onthoornen. Die gaan we eerst verdoven, dat ze slapen. O, kalfjes! Leen gaat straks deze kalfjes onthoornen. Hij geeft ze nu alvast een prik, zodat ze lekker gaan slapen. En nu hebben Elbert en Leen mooi even de tijd om een paar drachtige koeien in te enten. Oke. Ja. Jeee! Ja. De kalfjes zijn inmiddels in slaap. Ze krijgen een verdoving op de plek waar nu nog de hoorntjes zitten. Owww... Oke. Ze hebben een taaie huid, die koeien. Ja, van een koeienhuid maken ze een bankstel. O, ja. Hier zie je de verdoving die we net hebben gezet. Een beetje bloed. Hier zit het babyhoorntje al onder de huid verstopt. Die halen we bij kalfjes al weg zodat ze later in de kudde elkaar niet verwonden met de horens. Hier heb je het hoornpitje, een brander. Die zetten we erop. Zoals je ziet, doordat we verdoofd hebben.. Met het kalfje er niks van. Merkt het kalfje er niks van. Dit is desinfecterende spray. Dat maakt het ook lekker koud. Oh, ja. Spuit maar royaal. Zo? Ja. Top. Het is goed verdoofd. We konden mooi de cellen in de huid die hoorn maken, wegbranden. Zodat het kalfje opgroeit zonder horens. Elbert en Leen rijden door naar de volgende boerderij. Daar moet bij een koe een tyloom verwijderd worden. Welk formaat heb jij, Elbert? Maar nog voordat Leen kan uitleggen wat een tyloom eigenlijk is, gaat z'n telefoon. Ja, bij wie? Misschien komt er een keizersnede. Dus. O, leuk. Een keizersnee? Ja. Even verderop is bij een koe de bevalling op gang gekomen. Maar die koe kan niet op een normale manier bevallen. Dus moeten Leen en Elbert er naartoe voor een keizersnee. Zo. Dag. Ik heb wel eens mensenbevallingen gedaan. Of erbij geweest. Maar nu mag ik kijken bij een keizersnee van een koe. Dat is een snee in de buik waarbij de baby, het kalfje uit de baarmoeder wordt getrokken. Omdat het niet door de vagina van de koe kan. Leen, lang kan dit kalfje niet normaal geboren worden? Dit ras koeien, je ziet hier de koe heeft lekkere dikke billen. Ja. Het kalf heeft ook dikke billen. Ja. De combinatie gaat niet. Dit moet gewoon met een keizersnee geboren worden. Rustig maar. We gaan je helpen. De buikwand heeft meerdere spierlagen. Leen gaat nu een voor een door de spierlagen heen. Ik ben in de buikholte. Je voelt de pootjes? Ja. Dan hebben we hier het kalfje. Kijk! Dit is de baarmoederwand. Hier zie je al het kalfje zitten. Dit zijn de pootjes. Ja. Ja, daar komt-ie aan. Nu mag jij het zo vastpakken. Heb je die? Ja. Nu moet je 't zo naar beneden draaien. Ja. Nu moeten we z'n kop gaan vangen? Als ik zeg trekken, mag jij trekken. Oke. Trekken maar. Ja? Waar zit zijn kopje? Welke kant? Die zit er nog in. Hier zie je zijn staart. Oh, het zijn billen. Z'n billen eerst. We halen hem met de keizersnede eruit. Hij komt achterstevoren. Trekken maar. Daar komt hij aan. Pak ik hem hier. Keurig. Dan leggen we 'm hierachter neer. Hallo manneke. Dan mag de boer zich er verder over ontfermen. Het is een meisje! Een meisje! Hallo. Hee. Hoe noemt u het kalfje? Ze hebben bij mij geen naam. Oh. Misschien is Rachel een goed idee? Dat we 'm Rachel noemen? Hee, Rachel. 1949 krijgt-ie als nummer. Rachel 1949. Hij lijkt een beetje op jou, zie je dat? Oh! Wat lief. Hij lijkt een beetje op jou. Hoezo hij lijkt op mij? Je nu al net zulke mooie krullen als Rachel. Ja. Nou, de koe is mooi dicht. Het kalfje ligt al in de kraamkamer. Nu mag de koe haar lekker aflikken. Maar, Elbert. Dit is toch magisch, of niet? Heb jij de verkeerde keuze gemaakt? Nee, absoluut niet. Geneeskunde is een mooi vak. En, het is allemaal goede basiskennis als ik me ooit wil omscholen. Wie weet. Het is wel leuk dat het kalfje nu Rachel heet. Ja, dat bedoel ik.