Ik doe mee aan een onderzoek waarbij ik moet bepalen waar in deze ruimte het geluid vandaan komt. Daar zijn wij mensen heel erg goed in, zelfs in het donker. Maar voor mensen met een hoorimplantaat is juist dit heel erg lastig. Martijn, jij onderzoekt hier mensen met een hoorimplantaat omdat die vaak moeite hebben met het lokaliseren van geluid. Hoe komt dat? Dat is eigenlijk heel simpel. Een implantaat doet niet dezelfde dingen als een normaal horend oor kan. Een oor is eigenlijk best bijzonder. Het begint al met de oorschelp en alle vormen. Daardoor kun je verticaal richting horen. Dan is een oor ook nog heel bijzonder qua de intensiteit die het kan waarnemen, van heel zacht tot heel hard. Als jij net in de trailer moest richting horen kwam het geluid aan één kant binnen. Daar klonk het harder dan aan de andere kant. Want door je hoofd wordt het als een soort geluidsbarrière wordt het in je hoofd verzwakt. Dan kun je exact bepalen waar het geluid vandaan komt. Die cues zijn verstoord als je luistert met hoorimplantaten. Jij onderzoekt hier dus mensen met een gehoorimplantaat. Maar ook bijen en hommels. Hoe dat zo? De aanleiding was eigenlijk een managementpraatje van een imker die op een gegeven moment vertelde dat hommels en bijen hun oren kunnen bewegen. Het gehoororgaan heet Johnston's organ. Dat zit eigenlijk op hun voelsprieten. En ze kunnen hun oren dus uit elkaar en naar elkaar toe bewegen. De gedachte die toen opkwam was: Hee, dat zou wel eens een briljant mechanisme kunnen zijn. Als je je oren kunt bewegen is dat misschien de truc waardoor insecten kunnen richten, hun oren. Het eurekamoment was: hé, hommels en bijen kunnen hun oren bewegen. Dat is bijzonder. Martijn wil de dynamische manier waarop bijen horen met bewegende oren, in een gehoorimplantaat verwerken. Voor dit onconventionele idee kreeg hij een NWO Open Mind-subsidie. Het eerste dat hij nu moet aantonen is dat de bijen überhaupt geluid waarnemen. Whow! O! Hee! Dat was niet de bedoeling. Of wel? Dat was niet de bedoeling. Dit zijn de gefixeerde hommels en bijen, wilde ik zeggen. Maar een is er al ontsnapt. Nou ja, dit lijkt wel een soort bijenpoppenhuis. Gewoon, in een soort bedjes gedaan. Vanochtend zijn die gevangen. En vervolgens worden ze in een potje in de vriezer gelegd. Een minuut of 10, waardoor ze helemaal immobiel worden. En dan vervolgens worden ze vastgezet op zo'n manier dat alleen de kop met de twee antennes en de kaken naar buiten steekt. Dit is toch net alsof hij in een hele grote slaapzak zit. Ik zal er een mee het lab in nemen. De hypothese is dus: Kunnen hommels geluiden lokaliseren door hun voelsprieten te bewegen? En om dat te kunnen onderzoeken moeten we eerst vaststellen dat de geluiden die wij gebruiken überhaupt waarnemen. Dat doen we op de volgende manier. We conditioneren ze met een breedbandig geluid. Dat speel ik af. Na vijf seconden bied ik een beloning aan: suikerwater. En dan leren ze te koppelen dat als het geluid klinkt er daarna een beloning komt. Dat ga ik je nou laten zien. Oe, kijk! Daar gaat-ie! O, die tong, jeetje! Mooi, hè? Wauw! Als je kijkt hoe lang zo'n bij is, dan is die tong dus zeg maar voor mij zo lang of zo. Ja...Een derde van het lichaam. Ja, bijna de helft van het lichaam. Het is wel een centimeter lang. Zo! En je ziet dat normaal gesproken ook niet, want dat gebeurt in die bloem. Nu zie ik dat die tong weer terug is. Dan zou je in principe opnieuw het geluid kunnen afspelen. Ja, met ongeveer een interval van 1 minuut kun je dit steeds herhalen. Net zolang tot hij zijn tong uitsteekt wanneer het geluid klinkt. Dus dit is eigenlijk de eerste stap om te bewijzen: Ja, ze horen. Correct. En dan kun je gaan kijken: hoe horen ze? En dat eventueel toepassen bij mensen. Kijken of hij zijn tong al uitsteekt bij geluid. Nu dus niet zo. Nee. En daar komt hij weer. Martijn heeft nog een onderzoeksopstelling: 'n bijenhotel. Wat we hier onderzoeken is, je ziet hier heel mooi de aanvliegroute van de bijen...de landing op de kast. Ja. En bij de landing is de hypothese dat ze de echo van het geluid van hun vleugels gebruiken. Ze maken zelf geluid en dat weerkaatst en door de weerkaatsing weten ze waar ze zich bevinden ten opzichte van de kast. Exact. Martijn probeert het gezoem van de buien te overstemmen met ruis. Daardoor zouden de bijen minder goed kunnen landen. En dat kan hij volgen met speciale cameraatjes. Je ziet nou het beeld van de high speed camera's. En je ziet dat iedere bij die in het beeld vliegt gedetecteerd wordt met een groen cirkeltje. En zo detecteren we alle vliegbewegingen vanaf het moment dat ze binnen het beeld vliegen tot ze in de kast verdwijnen. Wat een afschuwelijk geluid is dat! Daar moeten die beesten hoe lang naar luisteren? 10 minuten.10 minuten? O, man. En, ik bedoel, heb jij tot nu toe al verschil gezien? Met het blote oog zie je helemaal niks. En we zijn nog te vroeg in het experiment om echt naar de data te kunnen kijken. We moeten nog meer data verzamelen. Maar als je effecten ziet, heb je echt meerdere uren nodig om met elkaar te vergelijken. Oke. Voordat Martijn de oren van bijen kan nabootsen in een gehoorimplantaat moet er dus nog veel onderzoek worden gedaan. Maar het patent is al wel aangevraagd. En jullie zijn de eersten die dit nu onderzoeken en misschien, als het klopt dus, gaan aantonen. Zover wij weten is dit niet eerder onderzocht, inderdaad. Pioniers.