Je zou denken dat tortillachips een Mexicaanse uitvinding zijn, maar dat is niet zo. Eind jaren '40 bedacht een tortillafabriek in Los Angeles dat ze de overgebleven restjes beter konden frituren dan weggooien. Een nacho is trouwens een tortillachip waar kaas, zure room en nog een heleboel andere dingen op zijn uitgestrooid. Onze chips zijn van aardappels gemaakt, maar tortillachips maken ze van maïs. Dat komt gedroogd in de fabriek aan. Ten eerste gaat het zo onderweg niet schimmelen, ten tweede betaalt de fabriek dan niet voor het transport van water. Want water hebben ze zelf wel. Hier gaat de maïs in ketels met bijna kokend water. Dan voegen ze limoen toe. Dat heeft een hoop voordelen. Het geeft een lekker smaakje, het maakt het velletje los zodat de maïs vocht opneemt en het doodt ook nog eens eventuele bacteriën. Je kunt een hoop doen, met limoen! In elke ketel zit 300 kilo maïs en 90 liter water met limoen. Na het koken gaat het mengsel twaalf uur in een tank, om op te zwellen. Als het vochtgehalte 45 procent is zijn de velletjes gebarsten. De inhoud van de tank wordt gezeefd. In dit draaiende vat worden de velletjes van de maïskernen gescheiden en weggespoeld. De schone maïskernen gaan per lopende band op weg naar de vermaalmachine. Want een voor een is zo'n gedoe. De vermaler werkt met heuse maalstenen. Als een ontvelde maïskorrel daar weer uit komt is het een deegachtige massa geworden. Die wordt tot een dun vel geperst voor de volgende stap: nu ontstaan eindelijk de bekende driehoekjes. Grote rollers stansen ze uit het vel.
De driehoekjes gaan in een oven van 340 graden Celsius. Dat ritje duurt maar zestien seconden: net genoeg om ze stevig genoeg te maken voor de volgende stap. Het water in de chips verdampt hier en vormt kleine blaasjes op het deeg. Zo ontstaat het bekende ruwe oppervlak. Na de oven volgt de frituur. De olie is 182 graden en binnen 55 seconden zijn de chips gefrituurd. Een lopende band van gaas haalt ze eruit. De olie die er af druipt, valt zo weer terug in de frituur. Nu gaan ze naar een vat waar ook smaakstof in gespoten wordt. Die smaakstof is vaak een mengsel van diverse soorten kaaspoeder, waaronder cheddar en parmezaan, plus een hoop kruiden. Om te zorgen dat het blijft plakken, wordt er ook een beetje maïsolie ingespoten. Nu zijn de tortillachips klaar en mogen ze naar de verpakkingsafdeling. Via deze kokers komen ze bij de inpakmachines. Nu volgt een knap staaltje choreografie. De zakken zijn nu nog een doorlopende rol folie. Elke machine heeft 14 weegschalen. Zodra een weegschaal vol genoeg is, gaat de bodem open. De chips landen precies op het moment dat van de rol folie een zak wordt gevouwen. Zodra de chips erin zitten worden de onderkant en de bovenkant van de zak dichtgesmolten. Daarna snijdt een mesje de zak af. En voor je het weet zit jij met deze zak chips op de bank te kijken.