Elke cd die je in de winkel koopt is een kopie van een masterschijf. Die masterschijf is van glas. In deze machine wordt de schijf gemaakt. Op de kale glasplaat komt een laagje fotolak en de muziek komt op de schijf in computertaal. Die taal bestaat alleen maar uit nullen en enen. Die nullen en enen worden in het glas gegraveerd, en op de masterschijf zijn ze te lezen als een combinatie van piepkleine kuiltjes en bolletjes.
In een paar stappen wordt van de masterschijf een soort stempel gemaakt. Deze stempel wordt gestanst: de vorm wordt eruit gesneden. Met deze voorbeeld-cd kunnen er miljoenen kopieën worden gemaakt.
Cd's worden van polycarbonaat gemaakt, een speciaal soort plastic. Dat zijn deze korrels. De korrels gaan in de machine en worden verhit. Ze smelten en daarna worden ze op de stempel geperst.
Je houdt een plastic cd over waar muziek op staat! Maar, hij is nog niet af. Er gaat nog een dun laagje metaal overheen, zodat een cd-speler het schijfje kan lezen, en een dun laagje lak, om het schijfje te beschermen.
Alle cd’s gaan langs een scan, hier wordt gecontroleerd of de cd foutjes heeft. Alle foute cd’s gaan in deze bak. De goede cd’s worden verzameld om naar de drukmachine te gaan. De drukmachine zorgt voor plaatjes en tekst op het schijfje. Nu begint het ergens op te lijken. Laagje voor laagje worden de kleuren aangebracht.
De cd’s gaan in een doosje en natuurlijk komt er een boekje in. Dan nog alles inpakken... en: wegwezen!