In 1621 wordt de West-Indische Compagnie, de WIC, opgericht. De WIC voert handel en koloniseert gebieden rondom de Atlantische Oceaan. Ook krijgt het de Nederlandse monopolie op de trans-Atlantische slavenhandel. Tot slaaf gemaakten worden in West-Afrika geruild voor wapens en goederen met plaatselijke slavendrijvers. De tot slaaf gemaakten worden in slavenforten van de WIC vastgezet. En van daaruit varen slavenschepen naar de Nederlandse koloniën in Amerika, waar ze worden verkocht aan plantagehouders. Op de plantages moeten ze verplicht werken en onder andere tabak, katoen en rietsuiker verbouwen. Deze producten worden door de WIC weer naar Nederland vervoerd. Deze route wordt dan ook wel de driehoekshandel genoemd. In 1791 komt er een einde aan de WIC. De slavenhandel wordt in 1815 en de slavernij in 1863 afgeschaft.