Vandaag gaan we naar een echte timmerman. Flip wil een stoeltje hebben. Nou, dan gaan we dat maken.
Horen jullie dat?
Een plank. Zou Flip daar wel een stoel van willen hebben denk je? Ik krijg een eigen stoeltje! Ja. Dan gaan we die maken, van deze plank. Dan gaan we er eerst iets afzagen. Helemaal voor mij alleen.
Kijk, de zaag. Hij moet eerst een plankje zagen.
Dan kan ie nou weer uit. Zie, nu kunnen we het zien. Daar gaan we de zitting van maken. De zitting.
Nu zetten we ‘m vast.
Dat is om op te zitten. Nu gaan we de pootjes maken.
Houd eens vast. Doe eens. Nu is er niks aan de hand. Okay.
Hij zit heel goed vast. En dat moet ook, want dan kan de timmerman heel goed zagen. Ik houd ‘m ook vast. Nu gaat het een stuk makkelijker nu.
Klaar!
Dat is goed voor mekaar.
Waar gaan we nu naartoe?
Zo, zet Flip daar maar neer, dan kan hij het allemaal goed zien. Ja, dit is een goed plekje. Hopla.
De timmerman gebruikt ook hele grote machines. Oeh, wat een lawaai! Wat een herrie hè?
Hij kan eruit. Probeer maar. Kijk maar of het in mekaar past. Het zou moeten kunnen.
Hé, het past precies in elkaar! Als een huis. Het zit strak hè. Ja.
Het moet heel goed vastzitten, want anders zakt het stoeltje in elkaar en dan val ik.
Wat wordt het mooi hè. Nou gaat de zitting erop.
Wat is ze nou aan het verven? Het zijn letters.
Dit is “Flip”, wat vind je ervan?
Je hebt mijn naam gemaakt! “Flip”, ik vind het prachtig!
En zullen we zijn naambordje er eens op gaan maken? Ja!
Dat is leuk. Even kijken, deze kant moet achter hè, dan moet deze kant dus voor. Kijk: wordt het mooi of niet?
Het wordt heel erg mooi!
Dat hoor ik graag! Ja
En volgens mij is ie klaar. Hopla.
Oh, mijn eigen stoel! Zet Flip er maar eens op. Oh, wat zit ie lekker!
Kijk, wat hebben wij nou verdiend? Koek en…
Limonade.
Koek en limonade! Ja!