Wat een mooie kleuren. En kijk daar dan. Zie je dat? Dat is grappig hè. Zet je vingertje ook eens op groen. Goed zo, dat is groen. Wat voor kleur was het gras buiten? Groen. Wijs eens aan, wat voor kleur is groen? Ja, groen is van het gras hè. En van de lucht, Femke? Wat voor kleur was de lucht? Blauw. Blauw ja, dat is blauw ja.
Okay, welke kleur wil jij Femke? Deze. En wat voor kleur is dat? Rood. Rood, goed zo. Kan jij misschien een rode auto maken, Femke? Ja. Je kunt mooie tekeningen maken met alle kleuren.
Wat ben jij aan het maken, Luca? Eh… Wat heb je gemaakt Luca, weet je het? Ik ben heel druk, ik kan niks zeggen. Oh, hoor je dat? Hij is te druk ervoor. En oh, kijk! Wow. Een blauwe slang. Een blauwe slang? Ja. Dit is wel leuk hè.
Rodeo, nu mag jij je tekening erop leggen waar die papiertjes liggen, oh, en kijk: kijk eens Luca op het schermpje. Goed zo Luca. Een zon en een bloem. En dat is… Is dit je bloem? Wow! En dat is een vis. En ik heb een hele lange staart gemaakt. Waar zit zijn staart dan? Dat is een staart. Oh, en wat voor kleur is de staart dan? Blauw. Nou, blauw, net als de hele slang hè.
Dat is een auto. Wow, mooi hoor. En wat voor kleur heb jij de auto gemaakt? Rood. Wat een mooie tekeningen!