Hallo allemaal! Vandaag ga ik schaatsen met Sharif en Alim. Ja, schaatsen. Die moet je goed vastbinden want dan kun je ermee schaatsen. Als er ijs ligt, is het heel koud dus dan moet je je warm aankleden met een sjaal en een muts en wanten. Ja, we gaan! Ja! Je glijdt! Bij schaatsen ga je glijden. Goed zo! Hou me vast hoor. Goed zo. O daar komt Sharif ook aan. Die gaat ook schaatsen. Zet hem op. Ja! Je moet altijd veel oefenen dan kun je het goed leren. Ha, ik mag op de slee. Ga maar trekken jongens. Goed zo met zijn tweeën. Een, tweeje, hoehoe! Goed zo! Jullie kunnen het al steeds beter! Ah, ja dat hoort er ook bij he, vallen en weer opstaan. En daar gaan we weer! Verder, verder, we gaan hard! Je kan heel goed oefenen met een stoel. Dan mag ik zitten. Dat is leuk! Naar voren, naar voren, duwen, duwen, duwen, ja! Daar is Sharif. Die heeft ook een stoel. Het gaat heel goed. Zullen we een wedstrijdje doen? Oh we liggen achter. Kom op Alim. Zet hem op. Naar voren, nar voren, naar voren, ja dit gaat goed. We komen dichterbij. Goed zo! Ja! We halen je bijna in Sharif! Misschien kun je al wel bijna zonder die stoel. Wil je dat eens proberen? Ho voorzichtig. Best moeilijk he, schaatsen. Nou je kan het goed hoor. Ja! Het ijs is ook hard hé en koud. Ik heb het ook heel koud. Zullen we nog een stukje schaatsen of wat dachten jullie van warme chocolademelk? Dag! tot de volgende keer!