Sommige boeren stoppen hun vee niet in kleine hokjes. Zij verzorgen hun dieren op een natuurlijke manier, zoals boer Jan. Hij heeft een biologische boerderij voor varkens. Zo, je ruikt het wel dat we bij de varkens zijn. Hé maar Jan, wat betekent het nou voor deze varkens, dat jij biologisch boert? Nou, op de eerste plaats hebben ze veel meer ruimte. Bijna vier keer zoveel ruimte. En bij varkens is het zo, dat ze hun staart mogen houden. Daar zit een flinke krulstaart aan. Maar gaat die erbij niet biologische boerderijen af? Ja, als je varkens weinig ruimte geeft, dan is de consequentie dat ze elkaar zitten te beknagen. Uit verveling gaan ze dus knagen. En hier doen ze dat dus niet?
Nee. Maar ik denk dat stro een hele belangrijke factor is. Daar zitten zaadjes in. Daar kunnen ze in wroeten. Zoals deze hier, die is lekker bezig. Ja, dat ruikt het varken op. En veel andere varkens worden gehouden op beton. Dat is natuurlijk veel saaier voor ze. Ja, helemaal geen afleiding. En dit is natuurlijk afleiding voor ze.Ja, dit is puur natuur afleiding en daar zijn ze ook heel druk mee.
Hoeveel varkens heb je? We hebben ongeveer 115 van deze moederdieren, die dus biggen kunnen krijgen. En we hebben ongeveer 750 vleesvarkens. Dat zijn varkens die naar de slager gaan. Ja, want biologisch of niet. Uiteindelijk is het de bedoeling dat ze worden opgegeten. In niet biologische boerderijen krijgen dieren niet-natuurlijke stoffen toegediend, zoals medicijnen. Mensen maken zich daar zorgen om. Die stoffen kunnen in het vlees op jouw bord terecht komen. De biologische varkens van Jan krijgen alleen natuurlijke stoffen binnen.
Krijgen ze nou ook ander voer, sinds je biologisch boert? Ja hoor. Ze krijgen biologisch geteeld voer. Dat betekent dat er geen gif gebruikt is. Geen kunstmest. Dus zelf worden ze biologisch vlees, maar ze eten ook biologisch? Ja. Ze eten ook duurzaam. Ze knagen ook aan je tenen. Ja hoor, ze worden ongeduldig. Dat heb je zelf ook. Dan denk je, waar blijft dat eten. Maar dat wordt opgepompt dat eten. Dat komt eraan ja. Het komt eraan jongens. Hé, ik hoor wat! Oh wat goed. Dat weten ze ook. Als ze het naar hun zin hebben, dan zie je die krulstaarten.
Biggen die op een niet-biologische boerderij opgroeien krijgen speciaal voer en daardoor groeien ze sneller. En dan kunnen ze ook eerder naar de slagerij. De biggen hier, die blijven een maand langer. En dan gaan ook zij naar de slagerij. In totaal wonen ze hier zo’n acht maanden. Nou, deze is nu zo’n paar uur oud, dus die mag nog even drinken.
En hier hebben ze echt alle ruimte, hè? Ja. Maar het kost ook meer geld, om zo het vlees te maken. Zijn er genoeg mensen die dit duurdere vlees ook kopen? Ja hoor. Het vlees vindt men gewoon lekker. En het is ook wel lekker. En als je dat eet en je weet dat het dier een goed leven heeft gehad, dan is het extra lekker.